Rechts het bodemprofiel van het perceel aan de Kleiweg, links de plek van het archeologisch monument in het perceel.
Rechts het bodemprofiel van het perceel aan de Kleiweg, links de plek van het archeologisch monument in het perceel. Foto: Rijksdienst Cultureel Erfgoed

Vervolgonderzoek perceel Kleiweg

Er komt waarschijnlijk een vervolgonderzoek op het geëgaliseerde perceel aan de Kleiweg. Dit moet meer duidelijkheid geven over de omvang van de archeologische laag in het Rijksmonument. Dat heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) laten weten.

Waarnemingen in het verleden leverden al sporen op van een nederzetting in de late IJzer- en vroeg Romeinse tijd (250 v. Chr. tot 100 na Chr.) en op het hoogste deel in het perceel zijn bewoningssporen in de Late Middeleeuwen aangetroffen. Een en ander valt af te leiden uit restanten van handgevormd aardewerk, verbrande leem, spikkels houtskool en fosfaatvlekken in de klei die de bouwvoor van deze cultuurlaag in het pleistocene zand scheidt. Of hier sprake geweest van een verhoogde huisplaats of kleine terp is volgens de RCE niet uit te sluiten. Vervolgonderzoek moet meer duidelijkheid geven over de exacte omvang. Als die is vastgesteld, dan kan het beschermde Rijksmonument tot die oppervlakte worden beperkt, waardoor de familie Veeger buiten de begrenzing er bij werkzaamheden geen rekening mee hoeft te houden. Het vervolgonderzoek is volgens Iepie Roorda van de RCE een positieve uitkomst van de kwestie die tot veel beroering en verwarring heeft geleid. 'Ik heb er begrip voor dat het voor de burger best ingewikkeld is', doelt ze onder meer op de uiteenlopende signalen die de verschillende overheden aanvankelijk afgaven. Het is namelijk een archeologisch monument, maar ook een provinciaal aardkundig monument. Daardoor zijn twee verschillende vergunningsregimes van toepassingen. Om hierover duidelijkheid te krijgen en afspraken te maken hoe met terreinen met archeologische en aardkundige waarden om te gaan voeren RCE, provincie en de gemeente op 17 november overleg. Wat mag je nu precies wél en niet op beschermde percelen? Dat hangt voor archeologische percelen af van de diepteligging van de archeologische waarden. 'Ingewikkelde materie, ook voor de gemeente en het kan grote consequenties hebben voor de boeren. Als dat ten koste van het bedrijfsresultaat gaat, moet je de boer daar dan voor compenseren? Het is niet meer zoals vroeger dat veehouders alleen grasland hebben. Tegenwoordig telen ze ook maïs als ruwvoer. Dat kun je niet zonder meer verbieden. Het telen van maïs of tarwe is op zich ook geen probleem, zolang je bij de grondbewerking niet dieper dan de bestaande bouwvoor gaat en het maaiveld niet verlaagt. Anders wordt het, wanneer je gaat egaliseren of diepploegen, wat niet onder normaal agrarisch grondgebruik valt.' Uit grondboringen aan de Kleiweg is gebleken dat de 'relevante archeologische cultuurlaag' niet is geraakt. Onder voorwaarden verleent de RCE een vergunning die de egalisatie en de omzetting van gras- naar akkerland met terugwerkende kracht mogelijk maakt. Het ontwerpbesluit ligt tot maandag 1 december ter inzage bij de gemeente. In het opnamerapport staat hoe archeologen van de Rijksdienst op 2 oktober booronderzoek uitvoerden op het braakliggende perceel. Hieruit bleek dat ter plaatse van een hogere plek in het terrein archeologische sporen slechts veertig centimeter onder het maaiveld liggen. 'Hier is de top van het pleistocene zand humeus en bevat veel handgevormd aardwerk, verbrande leem en enkele spikkels houtskool. Dit pakket is geïnterpreteerd als een cultuurlaag. Aan het maaiveld is geen handgevormd aardewerk aangetroffen. Wel ligt hier een opvallende concentratie roodbakkend geglazuurd aardewerk.' Op basis van de boringen en een beperkte oppervlaktekartering is volgens de RCE niet direct een verstoring van de archeologische laag vast te stellen. Wel blijkt dat een kop van circa dertig bij dertig meter in het terrein door het egaliseren is verdwenen. 'Hier heeft circa vijftien centimeter maaiveld verlaging plaatsgevonden. Het is onduidelijk of hier de onderliggende archeologische laag is geraakt. De bouwvoor en cultuurlaag zijn plaatselijk slechts tien centimeter dik, waardoor bedreiging reëel is. Gebruik als grasland is daarom wenselijker.' De zone waar het maaiveld is verlaagd moet met minimaal vijftien cm worden verhoogd. Dit stuk mag pas na ophoging worden ingezaaid, bij de rest van het perceel mag dit direct.

Afbeelding