Beeld van een zonsverduisteringsexpeditie in Zweden in 1954 waar professor Kees de Jager (links van het midden met handen op de rug) aan deelnam.
Beeld van een zonsverduisteringsexpeditie in Zweden in 1954 waar professor Kees de Jager (links van het midden met handen op de rug) aan deelnam. Foto: Collectie prof. Kees de Jager

Sterrenkundige blikt terug

'Ik was eens op een congres in Tel Aviv. De Russische vice-president vroeg of ik mee ging naar de sauna. Daar was ik nooit geweest, maar ik ging toch achter hem aan.' Zo begint één van de anekdotes in het boek 'Terugblik' van sterrenkundige prof. Kees de Jager.

De Rus vertelde De Jager in vertrouwen dat Rusland 'een heel groot ding' in de ruimte ging brengen. 'Wát mocht hij niet zeggen, de Sovjets vertelden dat soort dingen nooit tevoren, het zou mis kunnen gaan. Want in de Sovjet Unie mislukt nooit iets. De Rus bedoelde het ruimtestation MIR. Als ik wilde mocht ik er wel een instrument in plaatsen. Ik had wel een idee, waarvoor in Europa en in Amerika bij NASA geen plaats was. Dit instrument was anderhalve meter groot en had heel veel stroom nodig. ''Geen probleem'', zei de Rus. Terug in Nederland zeiden ze: ''Je gaat toch niet met die communisten samenwerken? Heb je wel de garantie dat je je gegevens krijgt?'' Ik zei dat ik de man vertrouwde, dat was voor mij genoeg. De MIR werd gebouwd en gelanceerd. Het ging goed, maar na een half jaar ging de elektronica stuk. Ik kwam de Rus weer tegen en vertelde dat. ''Dan sturen we toch een paar kosmonauten omhoog." Ze waren uren bezig, maar hebben het gerepareerd. Het instrument dat röntgenstraling uit de hemel moest meten heeft een schat aan gegevens opgeleverd over hemellichamen die je normaal niet kunt zien.' De sterrenkundige van Texelse komaf heeft internationaal altijd in groot aanzien gestaan en zat aan tafel met de meest knappe koppen ter wereld. De gesprekken gingen niet altijd over wetenschap. 'In de jaren zestig werd de Europese Ruimtevaartorganisatie opgericht. Ik zat in een internationale commissie van vijf man die programmavoorstellen deed, over lancering van satellieten, etc. Diverse wetenschappers met allemaal hun eigen specialiteit. We kwamen elke drie weken in Parijs bij elkaar. Er waren hevige meningsverschillen, maar geleidelijk groeide een vriendschapsband. We waren allemaal van dezelfde leeftijd en hadden de oorlog meegemaakt. De Engelsman, Harry, had bij het Bomber Command gezeten. In Gibraltar. ''Daar is toch niets te bombarderen?'' Hij vertelde dat ze een Duitse onderzeeër twee weken lang met dieptebommen hadden bestookt. ''Twee weken lang schudde alles door elkaar. Maar je hebt me niet geraakt'', zei de Duitse Reimar. Iedereen aan tafel werd stil. 's Avonds zag ik ze tegenover elkaar staan, met de handen op elkaars schouder. Ik vond de symboliek zó sterk. Toen elkaars vijanden en nu waren ze bezig samen iets Europees op te bouwen.' Tijdens het interview schudt De Jager de ene na de andere anekdote uit de mouw. Over de competitie tussen Nederland en Italië tijdens besprekingen over een Europees ruimtevaartproject. 'Nederland wilde de telemetrie doen. ''Geen sprake van'', zei de Italiaanse afgevaardigde. ''Wij doen de telemetrie.'' Er werd twee dagen over geruzied. Uiteindelijk werd het Nederland. Toen de strijd was gestreden, zei die Italiaan. ''Wat is dat eigenlijk, telemetrie?'' Onwetendheid kwam wel vaker voor. Eind jaren '50 was de eerste computer gebouwd voor de Utrechtse universiteit. Een zaal vol met buizen, etc. Je kon er weinig mee, maar ik had geleerd er een beetje mee te werken. Een computer was toen iets nieuws. Zaten we eens met al die landsvertegenwoordigers bij elkaar. Zei de voorzitter, een Duitser: 'Ik heb gehoord dat u de Nederlandse computerexpert bent. Er komt een Europese commissie om vast te stellen welke computer het wordt. U bent de deskundige en wordt de voorzitter.'' Toen dacht ik: Dit is het land der blinden, laat ik het maar doen.' Over deze en andere belevenissen, tijdens zijn werkzame leven, maar ook als kind op Texel, in Indonesië, waar hij op zijn vijfde heen ging, uit zijn studententijd en de oorlog, schreef de Texelse ereburger veel columns. Die verschenen sinds 2006 maandelijks in het Verenigingsblad van de Koninklijke Vereniging voor Weer en Sterrenkunde: Zenit. 120 van die 'Vensters' verschijnen nu in boekvorm. 'Terugblik', een boek van 300 pagina's en rijk geïllustreerd, verschijnt in december. De voorintekenprijs is €16,95, daarna is het te koop voor €21,95. Te bestellen door mail naar: info@stipmedia.nl, ovv: 'Terugblik'.