Ondersteuning in het huishouden om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen.
Ondersteuning in het huishouden om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen.

Antwoord op vragen over de nieuwe Wmo

De Wet maatschappelijke ondersteuning wordt vanaf 2015 uitgebreid. De gemeente is dan verantwoordelijk voor ondersteuning aan mensen zodat zij zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. In dit artikel antwoord op een aantal misverstanden die soms in de praktijk voorkomen.

1. "Als ik veel inkomen of vermogen heb, krijg ik geen ondersteuning."

De gemeente mag u geen ondersteuning weigeren omdat u een hoog inkomen of veel vermogen heeft. De gemeente kan wel met u in gesprek gaan over welke ondersteuning voor u het beste is. Ook mag de gemeente een hogere eigen bijdrage vragen als u meer inkomen of vermogen heeft. Maar nooit hoger dan de eigen bijdrage volgens het uitvoeringsbesluit Wmo. In het uitvoeringsbesluit staan regels voor de eigen bijdrage. Die regels gelden voor alle gemeenten. De gemeente mag maar op één manier afwijken van de regels in het uitvoeringsbesluit: ze mogen een lagere bijdrage vragen, geen hogere. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen, het vermogen, de leeftijd en de gezinssamenstelling. Het CAK int de eigen bijdrage.

2. "Kinderen, vrienden en buren worden verplicht mij te helpen."

De Wmo 2015 stelt hulp door kinderen, vrienden of buren niet verplicht. Ze zijn dus nooit verplicht om te helpen. De gemeente mag wel onderzoeken of het sociale netwerk u kan helpen. De gemeente kan ook rekening houden met deze hulp als ze een aanbod doet. In het gesprek met u moet de gemeente ook vragen of de mantelzorger hulp nodig heeft bij het uitvoeren van zijn of haar taken.

3. "Ik verlies mijn rechtszekerheid en word overgeleverd aan willekeur."

De Wmo 2015 biedt rechtszekerheid voor cliënten en beschermt tegen willekeur van de gemeente. Als iemand zich meldt met een vraag om hulp, gaat de gemeente in gesprek met u en onderzoekt de gemeente uw persoonlijke situatie. Hierbij betrekt de gemeente de eventuele mantelzorger. Blijkt uit dit onderzoek dat u niet kunt meedoen in de samenleving of niet zelfredzaam bent? Ook niet met hulp van uw netwerk of door algemene voorzieningen te gebruiken? Dan moet de gemeente een maatwerkvoorziening aanbieden. Dat is een individuele voorziening. Voorbeelden zijn een woningaanpassing of specialistische dagbesteding.

4. "Als het geld bij de gemeente op is, krijg ik geen ondersteuning meer."

In de wet staat dat de gemeente maatschappelijke ondersteuning moet bieden als iemand niet zelf of met hulp van zijn netwerk kan meedoen in de samenleving of zelfredzaam kan zijn. De gemeente moet altijd aan deze wettelijke plicht voldoen. Ook als het geld op is.

5. "Mijn gespecialiseerde dagbesteding wordt wegbezuinigd en de gemeente zal mij wel afschepen met een algemene voorziening."

De gemeente moeten passende ondersteuning bieden aan mensen als ze niet zelf of met hulp van hun netwerk kunnen meedoen. Voor sommige mensen is een activiteit als een koffieochtend in het dorpshuis passend. Voor andere mensen is gespecialiseerde dagbesteding nodig. In dat geval moet de gemeente dat aanbieden. Uit het onderzoek dat de gemeente doet, blijkt welke ondersteuning passend is.