De zeehondenpopulatie kan tegen een stootje.
De zeehondenpopulatie kan tegen een stootje. Foto: Jeroen van Hattum

Populatie bestand tegen stootje

De zeehondenpopulatie in de Waddenzee kan wel tegen een stootje. Dat blijkt als gekeken wordt naar de vorige virusuitbraken in 2002 en 1988.

In 2002 overleed ongeveer de helft van de populatie in de Waddenzee als gevolg van het phocine distemper virus. Van juni tot december werden toen 2240 dode zeehonden langs de Nederlandse kust geteld waarvan 250 op Texel. Er bleven in 2002 naar schatting zo'n drieduizend zeehonden over in het Nederlandse deel van de Waddenzee en circa vijftienduizend in de gehele Waddenzee (Duitsland en Denemarken). Volgens de jaarlijkse tellingen van Wageningen Imares waren er in 2012 zo'n tienduizend zeehonden in het Nederlandse deel van de Waddenzee. Na de virusuitbraak in 1988 bleven er naar schatting 450 zeehonden over in de Nederlandse Waddenzee. De populatie groeide na dat virus snel door een hoog geboortecijfe en een laag sterftecijfer, omdat de overgebleven zeehonden van het sterkere soort waren. Of er nu inderdaad een nieuw virus op komst is, moet blijken. Volgens Wageningen Imares ziet het er naar uit dat er geen sprake is van het phocine distemper virus uit 2002.