Marathonlopers Coen Schoonheden, Yvonne Vittali en Richard Bijpost bekijken aan de keukentafel de loopschema's van coach Wolbert Broere.
Marathonlopers Coen Schoonheden, Yvonne Vittali en Richard Bijpost bekijken aan de keukentafel de loopschema's van coach Wolbert Broere. Foto: Gerard Timmerman

Ruim half jaar trainen voor magische afstand

De Texel Halve Marathon is voor menig hardloper een uitdaging van formaat. Maar voor een fanatiek groepje Texelaars is het slechts een opwarmertje voor het grote werk, de magische afstand van 42 kilometer en 195 meter. Zondag lopen ze de Marathon van Amsterdam.

We zitten aan tafel met Yvonne Vittali, Richard Bijpost en Coen Schoonheden, die zich al maanden voorbereiden op deze klassieke afstand. Bij dit groepje hoort ook Clementine de Wit, maar die is nu ziek. Ze krijgen hulp van trainer en coach Wolbert Broere, de man die zelf ooit twee marathons liep en samen met Cees Timmer met 'Start to Run' al zo'n driehonderd Texelaars aan het lopen kreeg. 'Bij de finish van de halve heb ik heel wat lopers over de finish zien komen die bij mij zijn begonnen.' Maar, dan de hele marathon lopen, da's even wat anders. Yvonne: 'Ik loop nu zeven jaar. Bij de eerste Texel Halve Marathon zat ik op de boot naar Texel. Ik zag die andere boot met al die hardlopers aan boord en dacht: stel je voor dat ik daartussen sta. Toen ben ik begonnen. Met een schema van Runnersweb, een minuut op en een minuut af.' Wolbert: 'Ik weet nog dat je op de boot naar Vieland zat.' Yvonne: 'Mijn eerste wedstrijd, van vijf kilometer. Ik vind lopen gewoon leuk. De discipline om het vol te houden en in stappen ergens te komen. Van vijf naar tien kilometer en toen de halve marathon. Toen dacht ik: als het mij gegeven is en mijn conditie is nu goed, dan ga ik voor de marathon.' Het was omstreeks januari dat ze Richard aanstootte. Richard: 'Yvonne heeft me overgehaald. Eigenlijk was ik het niet van plan, maar het zat wel in mijn hoofd. Twee jaar geleden dacht ik al: als ik ooit een marathon wil lopen, dan moet ik het nu doen.' Een gescheurde pees in zijn knie gooide toen roet in het eten. 'Nu voelt het goed.' Net als Coen loopt hij al sinds zijn jeugd. Voor Yvonne en Richard is het de eerste marathon, Coen heeft die van Rotterdam gelopen. 'Dat is al weer heel wat jaar geleden. Het is een heel eind, maar het geeft veel voldoening het uit te lopen.' Voor deelname had Coen wel een zetje nodig. 'Wolbert zei tegen mij: ''Hier heb je je trainingschema, kijk maar of je meedoet''. En kort daarna: 'Hier heb je je startnummer.' De voorbereidingen voor de marathon startten vanaf 1 februari. Wolbert maakte voor ieder een eigen trainingsschema. 'Van iedereen weet ik de maximale hartslag en de hartslag in rust en daar maak ik de schema's op. Door niet alleen op tijd te lopen maar ook op hartslag wordt er rekening gehouden met de vorm van de dag en voorkom je dat je over de kop gaat. Door de lange duurlopen in een laag tempo (70/75 procent) train je je vetverbrandingssysteem. Bij de marathon loop je op 85/90 procent en gebruik je suikers en vet. Die menging is belangrijk om de marathon goed uit te lopen en de man met de hamer voor te blijven. Ga je te hard en met een te hoge hartslag dan ben je te snel door je suikervoorraad en wordt de marathon een marteling.' Richard: 'Ik moest wennen aan het lage tempo. Maar op een gegeven moment loop je zomaar dertig kilometer.' Yvonne: 'Wolbert heeft mij het vertrouwen gegeven dat ik het kan. Ik heb veel te danken aan het thuisfront, dat mij al die tijd laat lopen. Tijdens onze vakantie in Kroatiƫ heb ik bijvoorbeeld een halve marathon gedaan en ook naar Oostenrijk ging het schema mee en liep ik 's morgens om vroeg al door de bergen.' Andere Texelaars die de marathon lopen zijn: Louise van der Sluis, Jan van der Star, Ger Vlaming, Robert Bakker en Arjan Kooger.