Eureka kweekt ook eigen poppen
Het is tuincentrum en vogelbush Eureka aan de Schorrenweg gelukt om in eigen huis drie soorten poppen van vlinders te kweken.
Dat heeft Eureka laten weten. De poppen zijn gekweekt in de 400 vierkante meter grote vlindertuin die Eureka de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en die dagelijks tientallen bezoekers krijgt. De tuin kent zo'n vijftig soorten vlinders. De poppen worden volgens Eureka normaliter om de drie รก vier weken aangevoerd vanuit de Filippijnen of Costa Rica, omdat vlinders in gevangenschap meestal niet in staat zijn zichzelf voort te planten. De drie zelf gekweekte poppen zijn van Morpho peleides Kollar 1850, de Caligo memnon C en R Felder 1867 en de Graphium memnon. De Morpho peleides Kollar 1850 is een grote blauwe vlinder die veelal hoog boven de boomkruinen leeft. Zijn blauwe kleur wordt niet veroorzaakt door pigmenten, maar door breking van het licht in de schubben. De ontwikkeling van ei tot vlinder duurde ongeveer 115 dagen. De tweede soort is Caligo memnon C en R Felder, 1867 oftwel een bruine pop. Deze vlinder bereikt een spanwijdte van 115 tot 130 mm. en wordt ook wel de uilvlinder genoemd. Op zijn vleugels zitten grote oogvlekken die op uilenogen lijken. De soort komt voor in Mexico en het Amazonegebied. De Graphium memnon is van oorsprong een Indonesische soort en wordt gekenmerkt door vrij lange staarten. 'Dankzij deze staarten zijn ze in staat aanzienlijke afstanden zwevend af te leggen, zonder met de vleugels te slaan.' Vlinders kennen volgens Eureka een zogenaamde gedaanteverwisseling of metamorfose. 'In hun ontwikkeling doorlopen ze vier stadia; van ei, via rups naar pop. Deze pop verandert uiteindelijk in een vlinder, die zich weer kan voortplanten. Om deze stadia te doorlopen moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Enkele daarvan zijn de temperatuur, de vochtigheid en de voedselplant voor de rups. Dat deze omstandigheden aan de Schorrenweg 20 aan de eisen voldoen blijkt uit het feit dat er momenteel van een drietal soorten poppen zijn te bewonderen die uit eigen kweek komen. Ook zijn er vele eitjes afgezet waarvan nog niet bekend is van welke soort deze zijn. Deze eieren zijn afgezet op bladeren van de bananenplant en op Calathea.