Eerste Wereldoorlog: onderwijs
Het onderwijs in de Eerste Wereldoorlog omvatte de bewaar- of kleuterschool, de lagere school (in de meeste dorpen één school en één juf) en de avond- of herhalingsschool.
Voor de ambachtsschool gingen Texelaars naar Den Helder of verder het land in, waar ook avondopleidingen of de HBS werd gevolgd. In Schagen was de Landbouwwinterschool, die soms werd vervolgd met de Hogere Landbouwschool, zoals door M. Dijt Jaczn. in 1915. De dochter van apotheker J. Pisart volgde een opleiding zoals haar vader en de zonen van veeartsen Noordijk en Groenewold zaten in Utrecht op de veeartsenijschool. G. Breman uit het Algemeen Weeshuis haalde zijn diploma aan de middelbare technische school in Dordrecht. In 1914 werd gesproken over de Zeevaartschool aan het Schilderend. Tot die tijd gingen Texelaars daarvoor naar Amsterdam. Op 16 februari 1915 werd de Zeevaartschool geopend. Dit bracht leven in de brouwerij. Den Burg leefde na het vertrek van de Fransen in 1814 voort in haar oude tempo. Slechts de komst van de deli, die het vervoer van post en reizigers tussen Den Burg en de veerboot in Oudeschild verzorgde, bracht vertier. De komst van studenten zorgde behalve voor inkomsten voor wie een student in de kost kon hebben, voor extra activiteiten, zodat het culturele leven en sport opbloeide. Zo vormde een schoolorkest een welkome aanvulling tijdens menig toneeluitvoering. Het observatorium op het dak geeft het gebouw een markante vorm. UIt: Texel in de Eerste Wereldoorlog 1914-1918.