Gesteggel tussen De Groot en wethouder

Een motie die Sterk Texel (ST) indiende over het CAO-beleid van De Bolder leidde dinsdag tot een conflict tussen Marjan Groot van Sterk Texel en wethouder Hennie Huisman. Huisman verweet ST belangenverstrengeling, wat in het verkeerde keelgat van De Groot schoot. De wethouder was het niet eens met de invulling van de motie.

Het doel van de motie bleek, na een felle discussie, alleen het toetsen van de CAO-voorwaarden aan de wet. Sterk Texel twijfelde of De Bolder dit momenteel wel deed. Zij brachten dit echter in een motie met de titel 'Ook De Bolder moet zich houden aan de CAO', wat impliceerde dat De Bolder zich niet aan de wet houdt. Van de toon van de motie was de wethouder duidelijk niet gediend en dit liet zij weten door te melden dat dit punt enkel ter sprake kwam omdat Jan Brouwer van Sterk Texel werkzaam is bij De Bolder. Marjan de Groot reageerde furieus en vond dat de wethouder dit niet kon maken. Uit haar eigen woorden over het dossier dat in bezit is van de partij en de handen die achteraf geschud werden met de aanwezigen bleek overigens dat in de uitspraken van de wethouder een grote kern van waarheid zit. Het punt dat Sterk Texel aanstipte betrof de afwijkingen zoals die op CAO-gebied plaatsvinden bij De Bolder, terwijl dit wettelijk niet mag. Namens Tophoff-advocaten uit Alkmaar sprak Cihan Sesver dat De Bolder is gebonden aan de CAO en dat de plaats voor sociale werkvoorziening een functie-indeling heeft met te weinig schalen en een lager plafond. Leen Noordzij, directeur van De Bolder, ontkende dat het de regels naast zich neerlegt. 'De Bolder is een beschutte werkomgeving, maar we willen voorkomen dat het een gouden kooi wordt. Werknemers die doorgroeien kunnen buiten De Bolder aan de slag.' De overige partijen vroegen zich af of de werknemers daadwerkelijk slechter af waren en waarom direct een advocaat in de arm was genomen in plaats van het gesprek binnenskamers te voeren met behulp van een vakbond of een onafhankelijke commissie. 'Wij willen ook graag met de werknemer in gesprek en ik zou een slechte directeur zijn als ik geen handreiking doe. Ik kan alleen niet altijd een gevulde handreiking doen en dat is lastig voor sommige werknemers', besloot Noordzij.