In de Eerste Wereldoorlog werd volop op zeehonden gejaagd.
In de Eerste Wereldoorlog werd volop op zeehonden gejaagd. Foto: Collectie Historische Vereniging

Eerste Wereldoorlog: visserij

Vissers zagen een eeuw geleden met lede ogen aan hoe zeehonden veel vis verorberden. Van overheidswege werd een beloning voor het doden van zeehonden uitgeloofd.

Men moest één 'pootje' afhakken als bewijs en kreeg daar een bedrag voor. In december brengt een zeehond in Oosterend €15,- op. In 1916 worden op Terschelling 232 zeehonden ingeleverd. Op Texel is het D. Brouwer die met de TX1 robbenjager wordt. Hij vaart ook met toeristen die wel eens schieten willen. Er komt gebrek aan katoen en cachou (om de netten in te tanen). Waddenzeevissers hebben een goede periode in de garnalenvisserij. In december 1916 maken vissers gouden tijden mee. In 1917 komt er een verbod tot het buitengaats gaan van personen van 18 tot 41 jaar. Steeds wordt gewaarschuwd voor zeemijnen. Het invaren van de zeegaten bij Texel, Terschelling en Ameland wordt verboden. Eind april worden maximumprijzen vastgesteld voor vis. C. Drijver heeft de primeur met een 35 pk Kromhoutmotor. Maar wegens gebrek aan brandstof wordt zijn schip Poolster voorlopig met zeilen uitgerust. Bron: Texel in de Eerste Wereldoorlog.