Jozien

De meeuw

Wat zal ik eens eten vandaag? Ik kijk in de koelkast, ben druk geweest, heb niet veel boodschappen in huis. Melk, katenspek, kaas, tomaat, yoghurt.... In de boodschappenla spaghetti, bruine bonen en oh ja, een pak bloem. Bloem van een prachtige molen, afgelopen zondag bekeken we de molen van Garnwert, een klein plaatsje vlakbij Groningen. Hij ligt prachtig aan het water in een nostalgisch dorpje, waar we op terras heerlijke mosterdsoep aten met eigengebakken brood.

De wieken draaiden vlot in het rond, het waaide flink en de molenaar, een jonge Groninger, hield een touw voortdurend vast. Hij hield eigenlijk de rem er een beetje op. Ik ben altijd al gek geweest op molens. Het heeft iets, het draaiende mechaniek van zware stenen wat aangedreven wordt door grote balken. Alles past in elkaar boven in de top en wordt uiteindelijk aangedreven door de wind op de wieken. Deze molen 'de Meeuw' dateert van 1851, anderhalve eeuw geleden, maar doet nog gewoon dienst en de molenaar is zorgzaam. Hij weet elke plek en decimeter van het cultureel erfgoed. De laatste jaren zijn er gelukkig nieuwe ambachtsmensen bijgekomen.

Er staan oude weegschalen met gewichten en er zijn foto's van de rij molens in de buurt. Vanmorgen zwommen we nog naar een broertje van 'de Meeuw'op het Paterswoldsemeer. Manlief maakt een praatje als we helemaal naar boven zijn geklommen. De jongen, ik schat hem een jaar of 25 praat in plat Gronings. Het klinkt als muziek in mijn oren. Mijn vader was een Gruninger en bij familiebezoek of telefoongesprekken kwam de moedertaal, het dialect, vaak weer terug. Ik kan het ook redelijk verstaan. De jongen legt uit dat hij graag alle dagen draait. Niet alleen voor de bezoekers, ook voor de molen zelf: stilstand is tenslotte achteruitgang.

Ik kluts de bloem met melk, haal eitjes uit het kippenhok, een snufje zout erbij en een kwartier later ruikt het heerlijk en rijst de stapel pannenkoeken. Het smaakt goed. Ook nog maar eentje met appel, ik maak ze nooit zo dik, je moet ze net om kunnen keren. Die met spek was ook heerlijk, zal ik er nog eentje...? Nee, nu stoppen. De anderen maar voor morgenochtend bewaren, koud zijn ze ook lekker. s 'Avonds kan ik de verleiding niet weerstaan, nog een beetje warm neem ik er nog eentje bij de koffie. Max de hond kijkt naar me op, hij zou er ook wel eentje lusten. Ik verman me, straks ben ik net de TX 44, flink breed, te breed. Een paar weken terug hadden we een tocht naar Terschelling en terug waren de golven flink hoog en sloeg het buiswater over de kop. Manlief zat te kletsen met een oude varensman: 'Niks loos Leo, Bram van Dijk zou zeggen: 'hij leidt als een meeuwtje'.'

Jozien