Achter de schermen

Nét iets te jong

Ik ben van na de oorlog. Daar ben ik blij om, alleen kan ik er dus niet over meepraten. Zoals mijn vader er over sprak, of zoals ik laatst jutters Jan Uitgeest en Arie Eelman sterke verhalen hoorde vertellen hoe ze als jochie kort na die oorlog kattenkwaad uithaalden met wapentuig. Ik luisterde, maar kon er niet over meepraten.

Natuurlijk zijn er Grote Gebeurtenissen uit onze geschiedenis waarover ik wél kan meepraten. De eerste mens op de maan in 1969. Als jochie zag ik het in zwartwit op tv. De oliecrisis in 1973. Een jaar of twaalf was ik toen en ik zie nog het ernstige gezicht van Joop den Uyl. De benzine op de bon. Mijn vader en moeder reden in een DAF. Met het pientere pookje, maar toen zuinig aan met brandstof. In 1974 zag ik Oranje in de finale van het WK verliezen van de Duitsers, in 1978 van de Argentijnen en vier jaar weer tegen Spanje. In 1980 hoorde ik Theo Koomen vanaf de motor Joop Zoetemelk naar de zege in de Tour de France schreeuwen. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Er is nóg een Grote Gebeurtenis waarover ik niet kan meepraten. Een Hele Grote zelfs: Sarasani. De beatschuur net buiten Den Burg was open van 1966 tot 1976. En sloot dus net toen ik de stapgerechtigde leeftijd begon te krijgen. De verhalen kende ik wel, van mijn oudere broer en zusters. Al dan niet met een smoesje waren ze bij optredens van allerlei bands, en hoorde ik de belevenissen de volgende dag aan. Mijn ouders konden er niet echt mee zitten, er kwam in die tijd heel wat van dat langharige volk over de vloer. Maar als benjamin van het gezin, was ik te jong voor Sarasani of Vat 69, de tent in De Koog waar ik ze ook vaak over hoorde. Op weg naar een bollenveld in Eierland reden we in onze DAF wel eens langs die schuur met dat bijzondere opschrift, maar daar bleef het bij. Als jochie had je er gewoon niets te zoeken. Ik vroeg het laatst aan Harry. Hij was er weinig geweest. 'Je ging er alleen heen om te kijken of het echt zo erg was.'

Eigenlijk werd er nadien niet veel over gesproken, maar de laatste jaren hoorde ik het woord Sarasani vaker noemen. Aangewakkerd door Frits Beer, die vond dat dat boek er eindelijk moest komen. Dan heeft een heel tijdje geduurd, maar nu is het er dan toch, bijna althans. Ik troost mij met de gedachte dat zelfs schrijver Jan Blei er nooit is geweest. Maar met zijn boek maakt hij wel zijn droom waar. Ik leen alvast een mooi citaat dat hij optekende: 'Dat je zóveel moet leven, om erachter te komen dat 't perfect was zoals het was en dat het nooit beter wordt.'

Een dik boek over Sarasani en straks drie dagen het festival. De kaartjes heb ik maanden geleden al besteld, ik ga de schade maar eens goed inhalen.

Gerard Timmerman