Even pauze voor Astrid Daalder en Kees Bakker van De Strandhut. De serre die ze aan hun paviljoen bouwden biedt uitzicht op strand en zee.
Even pauze voor Astrid Daalder en Kees Bakker van De Strandhut. De serre die ze aan hun paviljoen bouwden biedt uitzicht op strand en zee. Foto: Gerard Timmerman

'Zee elke dag anders'

'Recessie? Toen ze daar een paar jaar geleden over spraken, merkten wij dat niet. We zaten juist in een stijgende lijn. Onze doelstelling om meer gasten binnen te krijgen, hebben we gehaald.' De serre die Kees Bakker en Astrid Daalder van de Strandhut bij paal 20 vijf geleden aan hun bedrijf bouwden, heeft z'n geld dubbel en dwars opgeleverd. 'Mensen willen lekker naar buiten kunnen kijken. De zee is elke dag weer anders.' Zelf vergeten ze wel eens te genieten van het mooie uitzicht. Kees: 'Dit is natuurlijk een unieke plek, maar wij moeten ook keihard werken. Vanaf 1 maart zeven dagen in de week, van half negen 's morgens tot in de avond.' Astrid: 'De gasten en nog honderd dingen er omheen. Je blijft bezig. Heel af en toe valt ons oog wel eens op een prachtige zonsondergang. Wat is het hier toch ook mooi, denk je dan.'

Kees begon 26 jaar geleden als afwashulp in het strandpaviljoen, toen van Gerard en Ria Zoetelief. 'Van lieverlee ben ik doorgegroeid. Op een gegeven moment runde ik de keuken en toen ik de kans kreeg het paviljoen over te nemen, heb ik dat gedaan. Nu zit ik er nog steeds.' Kees runt, samen met de koks, nog steeds de keuken, naast al het andere werk dat een strandbedrijf met zich meebrengt, Astrid regelt de bediening. Zij met een knipoog: 'Het komt wel eens voor dat er geen afwashulp is. Draait Kees er zelf voor op. Weer terug bij af. Vindt ie niet leuk.' Kees: 'Ach, ik ben een manusje van alles. Als het wat rustiger is, dan pakken we de klusjes op. Het runnen van zo'n paviljoen gaat tussen de bedrijven door.' Ze doen het werk met zo'n zeven seizoenskrachten. 'Mensen die wij aannemen hoeven niet geschoold te zijn, al is het wel handig als ze al wat kunnen. Je zet natuurlijk geen kok in de keuken die geen eitje kan bakken of iemand in de bediening die geen dienblad kan vasthouden. We leiden ze zelf op en leren ze de producten zó klaar te maken, zoals wij dat graag willen.' Astrid: 'In de bediening hoef je niet met meerdere borden tegelijk te kunnen lopen, als je maar amicaal bent. Een praatje met de gasten en een beetje vrolijkheid is veel beter dan dat je een stuk sacherijn aan tafel krijgt. De vriendelijke, ongedwongen sfeer waarderen onze gasten. We krijgen hier mensen die twee weken op Texel zijn en dagelijks binnen stappen. Die voelen zich hier helemaal thuis. Ze ploffen neer, doen hun schoenen uit onder tafel en gaan een boekje lezen of wat anders doen. Overdag hebben we op het terras zelfbediening. Misschien verkoop je wat minder, maar mensen vinden het fijn dat als ze gaan zitten, er niet steeds iemand aan hun hoofd zeurt.' Kees: 'We hebben veel vaste gasten, van de camping, uit hotels en huisjes. Ook die een paar keer per jaar komen. ''Hallo'', zeggen ze dan, ''hier zijn we weer''. Alsof het goede kennissen zijn.' Astrid: 'Ik vind dat geweldig. ''Is dit normaal?'', vroeg een medewerker laatst. Je bouwt een band op met gasten. Ze vertellen je veel. Ook lief en leed.' Kees: 'Sommige mensen komen hier al 25 jaar. Ook kinderen die ik groot heb zien worden. Onze doelgroep is Jan en alleman. Niet het hogere segment. Vanaf twaalf uur kun je hier van alles krijgen. Van kabeljauw tot bitterballen. En als mensen 's avonds een tosti of een uitsmijter willen, prima.' Astrid: 'We hebben een gewone kaart, alles voor een redelijke prijs, zodat iedereen, ook iemand met een wat minder inkomen, hier kan eten. Het hoort allemaal bij een fijne vakantie en dat gunnen we de mensen.' Drie jaar geleden hebben ze hun paviljoen vernieuwd. 'We hebben de tafels ruim neergezet, mensen waarderen dat. ''Hier kunnen we een normaal gesprek aan tafel voeren, zonder dat de buren meeluisteren'', zeggen ze. Er zou best nog een tafeltje tussen kunnen, maar wij vinden het prima zo. We krijgen hier allerlei soorten mensen, ook veel Duitsers. Die klagen nooit, ook niet over het weer. Ze kleden zich er op.'