NIOZ stelt adjunct 'vrij van werkzaamheden'
Adjunct-directeur Herman Ridderinkhof van het NIOZ is per direct en tot nader order 'vrijgesteld van werkzaamheden'. 'Er is voorlopig geen basis voor samenwerking', meldt algemeen directeur Henk Brinkhuis, ook namens interim bestuurder Harry Baayen.
Ridderinkhof wil er niet meer over kwijt dan dat er een 'diep verschil van inzicht bestaat over de toekomst van het NIOZ'. Hij staat er om bekend dat hij zijn mening over zaken niet onder stoelen of banken steekt. 'Ik heb mijn visie over de toekomst openlijk bekend gemaakt. Ik hoop dat het NIOZ een zeewaardige toekomst krijgt', zegt hij. Henk Brinkhuis in een interne mail aan de medewerkers: 'Het spijt mij zeer u te moeten meedelen dat gezien de diverse recente acties in woord en geschrift op persoonlijke titel van Herman Ridderinkhof er helaas voorlopig geen basis meer is voor samenwerking. Hij is daarom per direct en tot nader order vrijgesteld van werkzaamheden en zowel Herman als wij zullen ons de komende weken op de toekomst beraden.' In overleg zullen de directe taken van Ridderinkhof worden waargenomen door Brinkhuis. Het NIOZ verkeert in grote financiële problemen en staat voor ingrijpende bezuinigingen. In mei van dit jaar werd bekend dat het bestuur tijdelijk terugtrad en ging Ir. Harry Baayen aan de slag als interim bestuurswaarnemer plannen op te stellen met als doel het NIOZ weer financieel gezond te maken. Gezegd werd dat Baayen zich een half jaar intensief met het NIOZ ging bezig houden. Brinkhuis nu: 'We zijn met man en macht bezig om via vaak complex overleg met NWO NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, de moederorganisatie van het NIOZ), diverse andere gremia en instanties tot een toekomstbestendige oplossing voor het instituut te komen. Helaas brengt dit voor ons allen een langdurige periode van onzekerheid met zich mee.' Brinkhuis vraagt de medewerkers in de mail om geduld en kalmte. 'En u te blijven richten op uw taken voor het instituut. Zodra er meer duidelijkheid is zal ik u direct hierover informeren.' Directie en bestuur houden het bij deze verklaring, met de toevoeging dat er vanuit verschillende scenario's aan de toekomst van het NIOZ wordt gewerkt.
Herman Ridderinkhof trad in 2007 aan als adjunct-directeur van het NIOZ. In een interview met deze krant in januari zei hij over de toekomst van het NIOZ: 'Het is ons specialisme om nieuwe zaken te ontdekken en zaken beter te leren begrijpen. Onze kennis kunnen we inzetten in nieuwe gebieden. Ook bijvoorbeeld voor verbouw van zeewier, waarvoor we hier allerlei proeven doen. Ik voorzie dat delen van zee worden ingezet voor voedselproductie. Dit najaar komt er bij het NIOZ een proefcentrale voor getijde energie en dit jaar wordt ook de haven gerenoveerd en komt beschikbaar voor meer openbaar gebruik. Mijn droom is hier een kennispolder realiseren met allerlei activiteiten in het verlengde van het instituut.'
Hij studeerde civiele techniek en waterbouw aan de Technische Universiteit van Delft en is, naast zijn werk op het NIOZ, als buitengewoon hoogleraar Fysische Oceanografie verbonden aan de Universiteit Utrecht.