Willem-Anton en Albert Schagen in de stuurhut van hun nieuwe kokkelschip TX96 Louise Marlou.
Willem-Anton en Albert Schagen in de stuurhut van hun nieuwe kokkelschip TX96 Louise Marlou. Foto: Gerard Timmerman

Gebroeders Schagen: 'Van 1908 naar 2014'

Toen de mechanische kokkelvisserij in 2005 in de ban ging, waren de vooruitzichten somber. De gebroeders Schagen begonnen als handkokkelaar een nieuw bestaan. Met succes. Vrijdag voeren ze met hun nieuwe TX96 'Louise Marlou' de haven binnen.

In 2005 stonden er al 21 vergunningen om te handkokkelen, daar kwamen er na de sanering van de mechanische vloot tien bij. Die werden verloot onder de vissers. Willem-Anton werd ingeloot, maar Albert had pech. Willem-Anton: 'Heel onrechtvaardig, want Albert en ik werken net zo lang in de branche. Albert is toen een vergunning gaan huren. Maar we hebben altijd gezegd, als we ooit een vergunning kopen, dan bouwen we een nieuw schip.' Het vangen van kokkels, die leven op banken die met eb aan de oppervlakte komen, is gebonden aan strenge regels. 'We mogen alleen vissen als ze onder water staan. Dan spoelt ook het zand er uit.' Het kokkelen gebeurt handmatig, met een hark met een net, met scheppen van twintig tot dertig kilo gelijk. 'Het is echt sport, zwaar werk. We scheppen ze in een net in een rubberboot en als die vol is, legen we dat op het dek van het schip. Mechanisch ving de sector jaarlijks tienduizend ton, als handkokkelaars vangen we maar een fractie van die hoeveelheid, maximaal 2,5 procent van het bestand. Wel kokkels die vrij zijn van zand. Een pracht product, topkwaliteit en exclusief. De vraag is groter dan het aanbod. Steeds meer mensen eten het.' De Schagens bevissen het wad van Texel tot de Eemshaven en brengen de kokkelbanken met behulp van GPS zorgvuldig in kaart. Tot voor kort voeren ze met de Harlingen 22, eigendom van hun afnemer Lenger Seafoods. Een mooi scheepje, gebouwd in 1908, maar waarmee ze niet erg dicht bij de ondiepe kokkelbanken konden komen. Daardoor moesten ze een flink eind met de vangst sjouwen. 'Des te geringer de diepgang, des te dichterbij het schip kan komen en des te minder hoeven we te sjouwen.' Toen zich eind vorig jaar de mogelijkheid voordeed dat ze de vergunning die Albert huurde konden overnemen, pakten ze die kans en besloten ook die andere droom, een eigen schip, te realiseren. 'We wilden een vlot scheepje met weinig diepgang. We hebben goed om ons heen gekeken, maar zo'n schip bestond niet. Toen zijn we in contact gekomen met scheepswerf Padmos in Stellendam en hebben daar onze voorwaarden neergelegd: maximaal 40 centimeter diepgang en een snelheid van 8 tot 8,5 mijl. Meer niet. Padmos zei toen: ''Dat kan, maar dan moet het wel van aluminium. Als we van staal bouwen, dan weegt het schip 52 ton, van aluminium 14.'' In december gaven ze Padmos de opdracht, met de afspraak dat het schip 1 augustus zou worden opgeleverd. Dat die datum nagenoeg is gehaald, mag een prestatie heten. Het resultaat geeft alle reden tot trots. Een strak schip van 7 bij 22 meter, uitgerust met twee Volvo motoren van elk 200 pk en voorin twee generatoren. Met uitzondering van de kraan nagenoeg volledig van aluminium, zelfs de leidingen. Met een minimaal gebruik van gasolie, voorzien van de moderne en slimme apparatuur, met aandacht voor het milieu. De stuurhut, verblijfs- en sanitaire ruimten fraai betimmerd, een schip waarmee de gebroeders tientallen jaren vooruit kunnen. 'We gaan van 1908 naar 2014.'

Of de volgende generatie het bedrijf in de toekomst zal overnemen of niet, het schip is wel vernoemd naar hun beide dochters Louise en Marlou.