Eva van der Linde aast met haar toppaard Belle Lady Texel op promotie naar de Grand Prix.
Eva van der Linde aast met haar toppaard Belle Lady Texel op promotie naar de Grand Prix. Foto: Joop Rommets

Bij elke training beter willen worden

Ze is vastbesloten het hoogste niveau in haar sport te bereiken, maar vindt dat haar dieren daar niet onder mogen lijden. 'Heel houden, dat is het belangrijkst. Hoeveel paarden worden er niet stuk gereden doordat ze elke keer dezelfde oefening doen?'

Eva van der Linde is fanatiek, bloedfanatiek zelfs. Paarden traint ze om 'absolute gehoorzaamheid' aan te leren en ze steeds beter te maken. Een succesvolle aanpak, want ze grossiert in prijzen, behaalde afgelopen winter met vier jonge paarden het belangrijke sportpredicaat en ging met haar toppaard Belle Lady Texel in driekwart jaar drie niveaus omhoog.

Dat wil niet zeggen dat fanatisme haar blind maakt. Plezier vindt ze erg belangrijk. Niet alleen voor zichzelf, ook voor haar dieren. 'Na een wedstrijd ga ik rustig een rondje door het bos of over het strand. Dat gebeurt niet vaak op dit niveau. De meeste paarden aan de overkant zien alleen de bak waarin ze trainen. Maar ook paarden houden van afwisseling. Ze moeten het leuk blijven vinden.'

Een scherp oog heeft ze ook voor de fysieke conditie van haar dieren. 'Heel houden, dat is het belangrijkste. Hoeveel paarden worden er niet stuk gereden. Steeds dezelfde oefening doen betekent een enorme belasting van de pezen en spieren. Soms stop ik al na twintig minuten. Het gebeurt zelfs dat ik een oefening maar een paar keer doe en mijn vader al roept: Klaar! Klaar! Klaar! Management is heel belangrijk. We zijn zuinig op onze paarden.'

Die bezorgdheid komt ook voort uit professionele afwegingen. Bij Stoeterij Van der Linde worden paarden gefokt om te verkopen. Een gezond paard brengt meer op dan een paard met gebreken. En ook voor de conditie van hun nakomelingen is het beter als een hengst en een merrie niets mankeren. 'Daarom ook laten we röntgenfoto's van de benen maken. Zodra ze drie jaar zijn, gaan ze op de foto. Daar wordt wel eens raar tegenaan gekeken. Daar heb je die vent met zijn foto's weer, zeggen ze dan over mijn vader. Maar we hebben er wel succes mee. Zo voorkomen we dat we fokken met een paard waar het al niet goed mee is. Sommige afwijkingen kun je aan de buitenkant gewoon niet zien.'

Eva van der Linde traint dankzij Dorian Foundation bij topruiter Edward Gal

Tijd om zich uitgebreid te laten interviewen heeft Eva normaal niet. Nu ligt dat even anders, want door een val van een paard is ze tijdelijk aan huis gebonden. Ze loopt moeilijk en heeft een lichte hersenschudding opgelopen. Dat het veel slechter had kunnen afgelopen, bewijst de scheur die haar cap bijna in twee delen splijt. 'Ik weet nog dat ik viel. Daarna stond mijn vader naast me. Wat daar tussenin gebeurd is, ben ik kwijt. Ik moet het afkloppen, maar dit gebeurt me nooit. Het was een jong paard. Die zijn altijd onvoorspelbaar.'

Gemiddeld traint ze vijf of zes paarden per dag. In sommige perioden kan dat aantal oplopen tot acht. Een gemiddelde sessie duurt een uur. Dat betekent dat ze bijna een volledige dagtaak aan de paarden heeft. Daar tekent ze zelf lachend bij aan dat ze 'verwend' is. 'Mijn vader verzorgt de paarden. Altijd al. Dat is het systeem, zoals wij dat noemen. Hij verzorgt en regelt, ik hoef alleen maar te rijden.'

Daar houdt haar bemoeienis niet op, nuanceert haar meeluisterende moeder Annemarie. 'Jij geeft aan papa door hoe het gaat met de paarden. Dat is heel belangrijk. Dan zeg je bijvoorbeeld: Hij is te flauw, je moet het voer aanpassen.' Ze lacht: 'Flauw? Ja, dan mag een paard wel wat heter. Wat sprankelender.' Eva: 'Als je zwaar traint, heb je meer nodig. Dat is logisch. Soms geeft mijn vader zonder het te zeggen meer voer. Gewoon, om te kijken hoe ik reageer. Dan hang ik plotseling in de bomen en zeg ik: Pap, ik weet niet wat je aan het doen bent… Dan moet hij lachen. Of hij zegt: Je zat te slapen. Dat vindt hij leuk.'

Ze krijgt veel steun van haar ouders. Zo past haar moeder bijna dagelijks op de kinderen, Britt van 4 en Dexx van 2. Dat is op het niveau waarop Eva traint en wedstrijden rijdt bijna onvermijdelijk. 'Ooit was het de bedoeling dat ik 's ochtends zou rijden en 's middags bij Erwin op kantoor zou zitten. Maar als ik dat zeg, beginnen ze daar al te lachen. Ik zit er de laatste tijd niet zo vaak.'

Voor wie het niet weet: Erwin is Erwin van der Linde, haar oom, en samen met haar vader Willem eigenaar van een succesvol familiebedrijf, dat naast de stoeterij uit onder meer de verhuur van bungalows en de verkoop en verhuur van fietsen bestaat.

Eva kreeg de paardensport met de paplepel ingegeven. Ze is dertig jaar, net zo oud als de fokkerij van vader. 'Ik weet niet anders dan dat we paarden hebben. Op de manege op De Krim, maar ook thuis. Mijn zusje en ik waren altijd met paarden aan het rommelen. Borstelen, voeren en hopen dat iemand een rondje op de pony met ons wilde. Toen ik een jaar of zes, zeven was, deed ik in de manege in Den Burg al mee aan de strijd om de kerstbokaal. Proefjes rijden. Gewoon, op een verhuurpony.'

Mogelijk dat ze nog jonger was bij haar debuut. In ieder geval was ze al vroeg bekend in de sportwereld. Wie haar naam intypt in het digitale archief van de Texelse Courant leest in de editie van 14 februari 1989 het volgende: 'De Sportraad bestaat 35 jaar. Dat werd vrijdag en zaterdag gevierd met een groots opgezette sportmarkt. De opening werd verricht door een jonge en een oude sporter, de 5-jarige Eva van der Linde en de 82-jarige Oosterender Gerrit Dros. Zij ontrolden samen met Sportraadvoorzitter Albert Hoven drie vlaggen. En toen kon het feest beginnen.'

Daarna volgt een aaneenschakeling van vermeldingen. 'Drie prijzen voor Eva van der Linde', kopte de Texelse Courant van 31 mei 1994. Om te vervolgen met: 'De jonge amazone Eva van der Linde heeft met haar pony Patricia in Twisk de sterren van de hemel gereden. Ze won twee prijzen in dressuur en eentje in het springen.' In oktober 1998 werd ze in het Dijkgatsbos met haar paard JJVDL Noordhollands kampioen bij de paarden in de klasse B. Als 15-jarige werd ze het eerst uitgebreid geïnterviewd, toen ze naar Z-klasse promoveerde. 'Ik zou graag nog een keer kampioen worden, maar of ik dat red? Ik ben er wel fanatiek genoeg voor, maar je start nu wel in een klasse hoger.'

Sinds haar jongste jeugd beoefent ze de dressuur. 'Met mijn eerste pony heb ik ook wel gesprongen. Tja, waarom doe je het een en het ander niet?', twijfelt ze over het antwoord. 'We fokken met dressuurpaarden en je reed altijd op eigen paarden. Dan is het gek om daar mee te gaan springen', denkt haar moeder mee. 'Maar we hebben ook wel springbloed in de fokkerij', brengt Eva daar tegenin. 'En voor de afwisseling zet papa soms een hindernis neer.'

Maar het is waar: de dressuur ligt haar het meest na aan het hart. 'Wat is daar leuk aan? Het puzzelen. En dat je te maken heb met levende dieren. Soms denk je: ik heb goed getraind, nu heb ik het voor elkaar en dan wordt het niks. Een andere keer verwacht je er niks van en rijd je geweldig. Het is moeilijk te voorspellen en dat vind ik leuk. En het leren, van niks tot alles. Bij elke training probeer je een paard beter te maken. Als je dan ziet wat ze uiteindelijk kunnen, denk je: dat heb ik allemaal zelf gedaan. Nu ben ik op een niveau dat het serieus wordt. Mijn tegenstanders zijn allemaal professionals.'

Met Belle Lady Texel promoveerde ze afgelopen voorjaar naar de klasse Lichte Tour, de een-na-hoogste divisie. Dankzij financiële steun van de Dorian Foundation is ze sinds kort in staat trainingen te volgen bij Edward Gal, na Anky van Grunsven de bekendste dressuurruiter van Nederland. 'Ik ga om de drie weken naar hem toe. Naar Harskamp bij Ermelo. Met de boot van tien uur heen en om half zeven weer terug. Voor een uur trainen, ja. Maar ik word er wel beter van.' Haar moeder lachend: 'De eerste keer was ze erg zenuwachtig. Ze was net klaar toen ik Edward vroeg: En? Mag ze nog een keer terugkomen? Hij antwoordde meteen: Jahaaa…'

Het doel is promotie naar de hoogste klasse, de Grand Prix. Dat niveau bereikte ze eerder al met O'partout Texel, een paard dat kort daarna tot haar verdriet door een ongeluk overleed. Ook met Belle Lady Texel heeft ze hoge verwachtingen. 'Het gaat lukken, hoe dan ook', zegt ze zelfverzekerd. 'Belle is nog maar acht jaar. Dat is hartstikke jong. Edward rijdt zelf op een paard van tien of elf. Belle kent de meeste oefeningen al: de om-de-pas, de passage, ze kan al een dribbeltje maken in de piaffe. Terwijl ik daar nog helemaal niet zo mee bezig ben. Alles op z'n tijd, heel houden is het belangrijkste', herhaalt ze.

Net zo leuk als het trainen van haar toppaard vindt ze het opleiden van jonge paarden. Dit alles ten dienste van de fokkerij. 'Het doel is een sportpredicaat halen. Dat is goed voor hun naam. Dat punt kun je halen in de klasse Z2. Door het niveau waarop ik rijd, mag ik met elk paard in die klasse starten, ook als ze nooit eerder aan een wedstrijd hebben meegedaan. Dat punt is genoeg. Daarna gaan we met ze fokken. Als ze het goed doen, rijden ze dus maar één wedstrijd in hun hele leven.' Trots: 'Afgelopen winter is me dat met vier paarden gelukt.'

Dat deze aanpak vruchten afwerpt, bewijst ook de belangstelling van de wereldtop. Zo wordt een dier dat dezelfde vader heeft als haar eigen Belle sinds kort bereden door een medewerker uit de stal van Edward Gal. 'Hij rijdt nu al de Lichte Tour en gaat de Grand Prix zeker halen. Misschien gaat Edward er zelf wel op rijden. We hebben al zitten rekenen. De Olympische Spelen over twee jaar komen waarschijnlijk nog te vroeg. Maar misschien ook niet. Dit dier is extreem goed.'

Joop Rommets

Na een wedstrijd maakt Eva met haar dieren graag een rondje door het bos of over het strand. ‘De meeste paarden aan de overkant zien alleen de bak waarin ze trainen.’