Achter de schermen

Schapenhouders

Opgegroeid bij Den Hoorn voelt een bezoek aan dat dorp nog altijd als een soort thuiskomen. Dus als er daar nieuws te halen valt, heb ik weinig aansporing nodig. Zoals op de Dag van het Schaap. Geopend door Dick Drijver, mijn oude schoolmeester, die nu sprak als telg uit een 'duinschapenboerenfamilie'. Hij vertelde hoe zijn overgrootvader er in 1850 mee begon, en zijn opa Dirk (bijnaam De Noorman) het stokje overnam. De Drijvers hielden schapen op tweehonderd hectare natuurgebied in de omgeving van De Mokbaai en De Geul. 'Schraal, sober en gezond', omschreef hij de duinschapen. Met goeie wol, sterk en vrij van welvaartskwalen. Ruim en groot en toen decennia later schapen kleiner werden gefokt, moesten de pootjes van de voerbakken worden ingekort. Zijn voorvaderen legden al lopend grote afstanden af door de duinen, zeker als ze op zoek moesten naar een vermist schaap, dat wel tot paal 12 kon afdwalen. Een keer was een dier negen dagen zoek. Toen ze hem vonden lag het verwenteld. Al zó lang, dat het gras er onder geel was. Maar de ooi leefde nog, werd rechtopgezet en bracht zes weken later twee gezonde lammeren ter wereld. Als jongen vergezelde hij zijn opa op diens lange tochten en bouwde zo een conditie op waar hij later als sportman veel profijt van had. Zoals de schapen, is volgens Drijver ook de duinboer sober, schraal en gezond. Het viel mijn collega van de Helderse Courant op, die woont temidden van de weilanden, dat schapenboeren van die tanige mensen zijn, die veel meters maken over al dat land.

Donderdag sprak ook Daphne Hogeweg, van beroep schaapherder in Noord-Holland, die haar oma Kikkert noemde en die in het vroege voorjaar op de Waddel helpt met aflammen. Haar kudde van 560 Schonebeker heideschapen laat ze grazen in natuurgebieden. Ze vreten de distels, opslag van jonge bomen en zelfs berenklauw. ´Grasmaaiers´ en ´stofzuigers van teken´. Die zich eenmaal volgezogen met hun bloed laten vallen op zure grond, waar die parasieten afsterven. Ook wordt haar kudde wel ingezet op golfbanen om het gras kort te houden, niet de green, dat ligt wat te gevoelig. In stadsparken, op dijken, duinen en zelfs in natuurgebieden waar vrijende stelletjes overlast veroorzaken. Die schrikken behoorlijk van zo'n voorbij trekkende horde. Een interessant verhaal, kundig voorgedragen door een schaapsherder op wie de typering, sober, schraal en gezond, zoals Drijver die daarvoor schetste en voor zover je dat van een dame kunt zeggen, zomaar van toepassing zou kunnen zijn. Schapenhouden, je wordt er misschien niet rijk van, maar het moet wel een gezond vak zijn.

Gerard Timmerman