Afbeelding
Foto: Job Schepers

Oranje

Met zes man sterk zitten ze op de bank. Vanaf de tafel achter mijn laptop tel ik ze. Net als de 11 oranje mannen op de televisie te zien zijn. De mensen bij mij op de bank zijn fanatiek. Van de zes mensen dragen er twee een oranje juichpak. De pakken zijn tot nu toe nog ongejuicht gebleven. Op dit moment wordt de halve finale tegen Argentinië gespeeld en is het na 96 minuten nog een onbesliste wedstrijd. Elke keer wanneer er bijna een doelpunt wordt gemaakt hoor ik zenuwachtig gesis en geroep vanaf de bank. Ik kan er om lachen, ze vinden het spannend. Het is druk in de woonkamer en daarom ben ik blij met mijn plekje aan de tafel zodat ik tussendoor kan schrijven. Op de bank weten ze niet dat zij mijn onderwerp zijn en ik houd ze nauwlettend in de gaten. Zo hoor ik dat de scheids steeds de schuld krijgt en vinden ze dat de tegenpartij geel had moeten krijgen. Dit zijn zinnen die er voor hebben gezorgd dat ik voetbal oninteressant ben gaan vinden. Altijd doet de scheids het slecht en ook had elke tegenspeler al minstens dubbel rood moeten krijgen. Daarnaast kan ik geen 90 minuten stilzitten. Een groot deel van Nederland is wel blij met oranje. De supermarkt verkoopt voor 12 miljoen euro aan extra oranje spullen, de oranje vlaggetjes klapperen in regelmaat op de wind en het afgelopen WK heb ik ook al twee keer een oranje tompouce gegeten. Ondertussen houdt het commentaar op de bank aan. Er moeten ondertussen strafschoppen genomen worden. Nederland mag beginnen. Ik vind het nu toch een beetje spannend. Waarom beginnen de voetbalwedstrijden niet gewoon altijd met de strafschoppen? Dat houdt de boel levendig en lekker kort, al is nu de bank in doodse stilte. Een hoestje, een kleine aanmoediging. We gaan de strafschoppen niet verslaan. Onze oranjekoorts geeft geen vrijkaart voor de overwinning en de vele bijgeloven zijn niet sterk genoeg. Uiteindelijk zijn het de voetballers die het moeten doen, en niemand die daar grip op heeft (tenzij je een gouden pik hebt). De voetballers liggen er uit. Vanaf de tafel tel ik ze: zes verdrietige gezichtjes op de bank. Niet getreurd over twee jaar weer een nieuw voetbalfestijn.

Katja Schraag