Voormalig 'first lady' overleden in Haarlem op 101-jarige leeftijd
In haar woonplaats Haarlem is Sien Sprenger-Pool, echtgenote van oud-burgemeester Sprenger, zondag overleden. Ze is 101 jaar geworden.
Haar man Willem Herman Sprenger was burgemeester op Texel van 1968 tot 1978. Bij haar honderdste verjaardag verscheen een boek over haar leven. Over hoe ze verliefd werd op Wim Sprenger en dat ze samen met hem het probleem moest oplossen dat zijn adellijke familie haar niet accepteerde. Ook hoe hun huis (eerst aan het Schilderend, later aan de Rozendijk) een zoete inval was. Zelfs koningin Juliana verbleef er (incognito) en zat daar langdurig op het toilet. Ze las daar de (ondeugende) teksten en plaatjes, onder meer krantenartikelen over het naaktstrand die de kinderen van Sprenger in het kleinste kamertje hadden opgehangen. Na het overlijden van haar man in 1987 keerde ze terug naar Texel, verhuisde later naar Bergen en Haarlem. Tot op hoge leeftijd was ze zeer actief, belangstellend en kritisch. Niet lang geleden was ze nog op Texel en bekeek het nieuwe raadhuis. Ze vertelde dat toen haar man hier solliciteerde, ze net bezig waren het nieuwe raadhuis aan de Groeneplaats te bouwen en het oude 'weg te doen'. 'En nu is dat alweer weg.' Vond ze het oude een beetje een stijf gebouw, het nieuwe een stuk leuker. 'Een vrolijk gebouw.'
Wat ik zeggen wou
Groei en Bloei
Mijn vrouw (Janet) schreef dit gedicht in de zeer vroege ochtenduren een dezer dagen vanuit haar ziekbed. Gezien haar liefde voor alles wat de natuur betreft, sprak dit mij zó aan dat ik meende dat dit wellicht een plaatsje verdiende in de TC.
Groei en Bloei.
Ik lig hier voor het open raam
Nog vijf zware chemo's te gaan
't Is vier uur in de vroege morgen
Ik hoor auto's gaan, af en aan.
Dan wordt het stil, de kroegen zijn dicht gegaan.
Het wordt licht, de vogels fluiten
De zon komt op; een nieuwe dag is opgestaan, daar buiten.
Ik lig hier voor dat open raam
Ik zie beweging daar
Een knop die naar boven gaat
Een papaver staat nu fier
Recht overeind.
Een wonder dat opengaat.
Ik blijf maar staren naar dit wonder
Heel langzaam barst de knop nu open
Zó schoon nu is de natuur, 't is heel bijzonder
Het is een paarse, met mooie randen.
Maar jammer, 't is van korte duur
Denk ik op dit vroege morgenuur
Daar zijn dan weer de bijen,
Onze grootste vrienden; gelukkig maar,
Met mijn geluk kan ik dan zeggen: tot volgend jaar.
Sam Kooij,
Den Burg.