Luuk van der Meer (in het groen/zwart/wit) tijdens de Tour de Lasalle.
Luuk van der Meer (in het groen/zwart/wit) tijdens de Tour de Lasalle. Foto: Ron Bertelink

Wielersucces Luuk van der Meer

Drie jaar geleden eindigde hij als derde, in 2012 als tweede en vorig jaar won Luuk van der Meer de Ronde van Oosterend. Zaterdag verdedigt de jonge Texelaar die in Groningen studeert zijn titel tijdens deze Texelse klassieker. De start is om 18.00 uur.

Ook buiten de Texelse grenzen groeit de bekendheid van de wielrennende student snel. Vorig weekend veroverde de twintigjarige Texelaar tijdens de Tour de Lasalle als snelste jeugdrijder de blauwe trui. 'Daar had ik echt mijn zinnen op gezet, bijna een jaar geleden dacht ik er al aan.' Toen hij donderdag tijdens de Texelse rit vier bonificatieseconden pakte, stond hij bovenaan, maar toen hij vrijdag op achterstand kwam, vreesde hij het ergste. 'Ik dacht oei, die jongen is wel héél sterk. Maar zaterdag in Den Helder stond er veel wind. Ik kon met Richard (Doggen) mee. We werkten goed samen en bouwden een mooie voorsprong op. Die etappe won ik anderhalve minuut.'

Een week eerder was hij zo mogelijk nog succesvoller. Toen won hij het districtskampioenschap Noord, een koers over zeventig kilometer voor amateurs met de A-status uit Groningen, Friesland en Drenthe. 'Ik rij daar bij de wielerploeg Tandje Hoger. Volgen jaar hoop ik te promoveren naar de categorie Elite.' De opmaat naar de prof-status? 'Vroeger droomde ik daar wel van, maar ik ben nu wel zo realistisch om te weten dat dat er niet in zit.'

Aan zijn postuur zal het niet liggen. 'Ik ben smal en kan wel goed de berg op fietsen.' Dusdanig smal dat moeder Els bij de wielertrui die hij dit weekend droeg alle vier naden moest innemen om het tricot strak te krijgen.' Op vlak terrein heb ik er weinig voordeel van, of zelfs nadeel, als ik tegen sterke mannen met dikke kuiten moet rijden. Soms is het ook duwen en trekken, iedereen wil vooraan zitten. Gelukkig heb ik op de trainingen van Theo Boom ook leren duwen.'

Met fietsen begon hij tien jaar geleden. 'We hadden een mooie groep toen', noemt hij een aantal namen. 'Ze zijn allemaal gestopt, behalve ik. Het is een mooi sport, je fietst met een team en werkt samen, maar moet het deels ook zelf doen. Terugkijkend vind ik dat ik vroeger best dom reed, veel in de wind rijden en zo. Ik merk dat ik het nu een stuk beter onder de knie heb en laat ook wel eens een ander op kop rijden om mijn krachten te sparen.'

Bij wielrennen hoort ook vallen. 'In januari brak ik bij een val mijn sleutelbeen. Daarna ben ik er twee maanden uit geweest. Ik kom wel vaker thuis met een schaafwond of breuk.' Reden voor zijn vader te zeggen: 'Zou je niet gaan korfballen.' Maar Luuk blijft fietsen. 'Wielrennen is te mooi om mee te stoppen. Ik betrap mij zelfs wel eens op de gedachte dat als er achter mij een man of dertig vallen: dat zijn weer een paar concurrenten minder.' Door zijn studie technische planologie in Groningen is hij nog maar weinig op het eiland. 'Mijn studie gaat over ruimtelijke inrichting. Als ik nu weer eens op het eiland ben, en ik rij hier een rondje, dan besef ik des te meer hoe mooi het hier is. Natuurlijk kijk ik ook met mijn planogische bril. Soms denk ik wel eens: dit kan ook anders...'