Gerrit Gerrits in één van de huisjes op het terrein van Kaap Skil.
Gerrit Gerrits in één van de huisjes op het terrein van Kaap Skil. Foto: Jeroen van Hattum

'Al vanaf dag één op mijn plek bij museum'

Al vanaf zijn eerste dag op 6 januari 1997 voelde Gerrit Gerrits uit Den Burg zich op zijn plek in het museum. Deze week zwaait hij na 17,5 jaar af als conservator en collectiebeheerder bij Kaap Skil in Oudeschild. Hij gaat met pensioen.

Gerrits kwam bij het museum, nadat hij als onderwijzer in het basisonderwijs volledig was opgebrand. Ger Praamstra, destijds hoofd onderwijszaken van de gemeente, vroeg Benno van Tilburg, voormalig directeur van toen nog het Maritiem en Jutters Museum, of hij plek had en zo kwam Gerrits in Oudeschild. 'Via de Bolder werd ik gedetacheerd en dat is altijd zo gebleven.'

Hij legde zich toe op het beheren en inventariseren van de collectie, het geven van rondleidingen en het bijhouden van het knipselarchief. Hoogtepunten waren twee tentoonstellingen over Napoleon, waarvan 'Het fort, de keizer en de kosten' de grootste was. 'Het blijft bijzonder om te zien dat er over zijn bezoek aan Texel op 16 oktober 1811 destijds bijna niets is opgeschreven en vervolgens zie je me toch een stapel rekeningen van die dag voorbij komen.'

Trots toont hij de huisjes die door de jaren heen op het buitenterrein werden gebouwd. 'Toen ik hier in 1997 kwam, had je buiten alleen de smederij en de molen waar je nog niet in mocht komen.' Drie huisjes hebben woonkamers in de stijl van 1900, 1930 en 1950 met veel materiaal van het eiland. 'Het geeft een mooi beeld, al is het eigenlijk nog iets te rijk voor die tijden ingericht.' Met plezier wijst Gerrits op een pop in het huisje uit de jaren vijftig. De pop heeft kleren aan die hij vroeger als kind droeg. Een boxkleed en een jeugdfoto zijn eveneens in het interieur opgenomen. 'Op die manier heb je er meteen nog wat aan.'

Gerrits wijst en passant op de gedetailleerdheid waarmee de huisjes zijn gemaakt. 'Willem Keijzer heeft alles precies gemaakt zoals vroeger, je zult geen kruiskop tegenkomen.' In het vierde huisje, met het winkeltje van Pieterjan Eelman en de bakkerij, vertelt Gerrits hoe hij daar kinderen soms uitlegt hoe vroeger brood werd gemaakt. 'Dan ben ik weer de geschiedenisleraar die graag historie en het nu aan elkaar verbindt.'

Als beheerder van de gejutte spullen kreeg Gerrits ook met de 'juttersoorlog' te maken. Hij besteedt er maar niet teveel woorden aan. 'In die tijd werd wel eens geroepen dat iets gestolen was en als je dan ging zoeken bleek het voorwerp dat weg was gewoon ergens achter te liggen of zo. Het gaf wel aan hoe belangrijk het is een goede registratie te hebben. En gelukkig was er tijdens dat conflict met een aantal mensen goed te praten, waardoor we tot oplossingen konden komen.' Gerrits blijft als vrijwilliger betrokken bij Kaap Skil. 'Ik ga door met de registratie. In de loop der jaren heb ik zo'n vierduizend stukken geregistreerd, maar er ligt nog een hoop.' Volgens hem zou een goede opslag niet verkeerd zijn. 'We hebben er een aan de Rozendijk, maar die staat stampensvol. Met een goede opslag heb je de mogelijkheid vaker te wisselen in je expositie. Dat is prettig voor mensen die elk jaar een bezoek brengen.'

Zelf gaat Gerrits na zijn pensionering eerst voor een lange vakantie naar Verdun dat hij jaarlijks bezoekt. 'Niet alleen vanwege de Eerste Wereldoorlog, maar ook voor de mensen die ik daar in de loop der tijd heb ontmoet. Daarna wil ik rustig opstarten en me ook weer eens gaan bezighouden met schrijven.'