Anders bekeken

Met elkaar

Een hele dag op de racefiets. Het was leuk, een geslaagd gebeuren, fietsen met bekende Nederlanders voor het Tesselhuus. Een lange sliert door het landschap, herkenbaar aan een oranje bandje om de pols. Een oranje herkenbaarheid dat leeft bij ons volk. De mannen van Van Gaal maken zich op voor de strijd en vele Nederlanders met hen.

Het is al weer vier jaar geleden dat mijn vriendin en ik naar een stadionconcert van Guus gingen, een voetbalwedstrijd ging er aan vooraf en we werden min of meer verzocht oranjekleding aan te hebben. Mijn vriendin had een oranje hoed op en een slinger om en ik had zo'n idiote broek met een staart meegenomen van zoonlief. 'Zal ik die wel aantrekken? Staat niet echt leuk bij mijn blouse', probeerde ik nog. Maar dat we op weg liepen, nooit zal ik dat beeld vergeten. Drommen, slierten met mensen in oranje, en ja, de broek ging aan en het werd een megafeest, het dak ging eraf bij Guus en wij stonden te springen als jonge leeuwen. Want dat zijn we toch eigenlijk, de Hollandse leeuw staat in ons vaandel? Het venijn zit in de staart? Heeft u het Texelse wapen wel eens goed bekeken? Een paar weken geleden schilderde ik hem op een groot schild voor de kotter. Twee leeuwen die een anker vasthouden, het anker, het teken van Hoop. Dat spreekt ons als zeevarende natie aan, al is er storm of roerigheid op zee, we blijven als bemanning standvastig en kunnen altijd het anker uitgooien en wachten op beter weer, betere omstandigheden. We waarderen elkaar en helpen elkaar voor het beste resultaat, toch? Dat was ons motto in de Nederlandse rechtsstaat, zorgen dat er niemand buiten de boot valt? Wat voor kleur, wat voor godsdienst, hoe jong, oud, gezond, gehandicapt, wat voor leeuw hij of zij ook is? Boven op de Hogeberg valt Rob Rensenbrink. Hij had zijn veter in de trapper gedraaid en lag in de tuunwal. Ik zie het peloton in de verte gaan en duik gauw naast z'n fiets om het spul weer draaiende te krijgen. We hebben de kilometers voltooid in een kleinere formatie. Onderweg kregen we een leuk gesprek, manlief vroeg hoe hij de bal op de paal had ervaren, ja jaren geleden, waardoor ze toen net de WK-finale niet wonnen. 'Ach', zei Rensenbrink, terwijl hij rustig de trappers draaide, 'zo gaat het, je doet je best en probeert de kansen te benutten, maar er kan er maar een de winnaar zijn. Uiteindelijk gaat het om met elkaar een mooi gebeuren neer te zetten.'

Onder de douche lees ik de tekst op het bandje: ontmoeten, delen, beleven, het motto van Stayokay, een goed motto, een motto voor de jeugd, de vakantieganger, maar ook voor ons, de voetbalfan, de Texelaar, de Nederlander, de Europeaan, de wereldburger.

Jozien