Het uitplanten van zeegras nabij de Molen van Het Noorden.
Het uitplanten van zeegras nabij de Molen van Het Noorden. Foto: Katja Philippart.

Proefveld met inzaaien van zeegras bij natuurgebied De Bol

Op Drijver Vogelwijd De Bol is een proefveld van het zeegrasherstelproject van de Waddenvereniging, Natuurmonumenten en de Radboud Universiteit Nijmegen ingezaaid.

Dit is maanden eerder dan gepland. Het zeegraszaad is afkomstig van een vergelijkbaar herstelproject in Zeeland. Dankzij de vervroegde zaaironde in het waddengebied, is er dit jaar al een eerste resultaat te verwachten over de mogelijkheden van de terugkeer van permanent ondergedoken zeegras. In de Waddenzee loopt sinds 2011 een project waarbij op verschillende locaties geprobeerd wordt om zeegras permanent terug te laten keren. Zeegrasvelden zijn belangrijk als kraamkamer voor jonge vissen en kreeftachtigen en helpen het waddengebied klimaatbestendiger te maken. Dit jaar is het herstelproject uitgebreid, onder andere met een proefveld op Texel op een plek die permanent onder water staat. Het is voor het eerst dat binnen het project geprobeerd wordt ook ondergedoken zeegras te herstellen. 4.000 zaden zijn uitgezaaid op het onderwater proefveld op Texel. Wanneer de proef slaagt, zal er in de toekomst ook in de Waddenzee zelf onderwaterzeegras gezaaid worden.


In memoriam Nico van Heeringen: 'Bewoners moeten zich veilig voelen'

'Huizen moeten niet in stomme rijen aan de straat worden gezet, maar in groepjes geformeerd rond een soort binnenplaats of tuin. Gezamenlijk vormen ze zo een bastion tegen de boze buitenwereld. De bewoners kunnen zich er veilig voelen, terwijl deze wijze van bouwen het intermenselijk contact bevordert.'

Dat was de visie van de deze week overleden architect Nico van Heeringen, die samen met Jan Visser in 1968 met een plan kwam voor de invulling van het gebied tussen Akenbuurt en Gasthuisstraat, het latere Den Burg Noord-West. De ideeën van het architectenduo werden een jaar later verwezenlijkt tussen de Beatrixlaan en de Thijsselaan, waar de firma Drijver veertien woningen in bungalowvorm realiseerde op een plek waar de woningbouwvereniging eigenlijk hoogbouw had geprojecteerd. De beeldbepalende woningen, waren zo geplaatst dat de buren niet bij elkaar naar binnen konden kijken en door gebruik te maken van modulaire vormen konden kopers hun huis naar wens groter of kleiner laten bouwen en dus meer of minder tuin overhouden. Ook het kantoor van de RST aan de Keesomlaan is van de hand van dit architectenduo. Maar verbouw en nieuwbouw zijn grote zaken, waar veel mensen maar eens in hun leven mee te maken krijgen, en Visser en Van Heeringen hielden zich ook met minder opvallende zaken bezig. Zoals de verbouw van drie paardenstallen tot disco-bar J'Elleboog in de Kantoorstraat. Van Heeringen bezocht de HBS en studeerde vervolgens aan de HTS en de Academie voor Bouwkunst. Zijn opleiding bracht hem voor enige tijd in Zweden, waar hij zich verdiepte in stedebouw. Nadat de samenwerking werd ontbonden, werkte Van Heeringen vijftien jaar als zelfstandig architect. Zijn bedrijf werd in 1994 overgenomen door Jan Beerling. De laatste jaren woonde Van Heeringen in de voormalige schapenboet tussen Keesomlaan en Warmoesstraat.