Afbeelding
Foto: Pip Barnard

@ TXL

Zegt u het maar

Ongemerkt begin ik steeds meer op mensen te letten. Hoe zien ze eruit, wat doen ze? Is de mens in kwestie opvallend en leuk om te noemen in een column? Ik betrap mezelf erop dat ik dat nu veel vaker denk dan eerder. Waar ik ook veel op let, is wat mensen zeggen. Want misschien zegt iemand wel iets heel grappigs en dan zet ik dat stiekem in de krant. Alleen ben ik me nu gaan storen aan woordjes en zinnetjes die mensen heel vaak zeggen. Een voorbeeld van zo'n woordje dat vaak gezegd wordt is 'zegmaar'. Heel veel mensen zeggen zegmaar heel vaak, 'zegmaar'. Deze irritatie is een beetje begonnen toen ik zegmaar naar Pauw en Witteman zat te kijken. Ze hadden een gast aan tafel die vertelde waarom hij ruzie had met de politie. Deze man sprak erg slecht Nederlands en veel woorden gingen dan ook fout, maar 'zegmaar' kon deze man foutloos en vloeiend uitspreken. Vanaf toen was heel mijn aandacht voor het programma verdwenen en kon ik alleen nog maar de 'zegmaars' tellen. En het is vervelend om te zeggen, maar hier is dus zegmaar ongeveer elke spreker de dupe van geworden. Niet dat ik er iets van zeg(maar), of dat ik het nou heel vervelend vind, maar het valt me nu veel meer op dan eerst. Ook ben ik gaan nadenken over de oorsprong. Zo dacht ik dit: een vader is zijn dochter praten aan het leren. Hij zegt zinnetjes voor die het meisje dan moet nazeggen. Maar natuurlijk lijdt het meisje aan vroegtijdige eigenwijsheid en ze zegt niks. De vader blijft aandringen dat het meisje het zinnetje zegt, en moedigt haar aan met: 'Kom op, zeg maar. Zeg maar. Toe maar, zeg maar.' Het meisje kijkt de vader aan, twijfelt even, en zegt dan: 'Zeg maar'. En vanaf dat moment is ze in elke zin 'zegmaar' gaan gebruiken om haar vader te treiteren en daarmee heeft ze taal-hype gecreƫerd. Natuurlijk is deze oorsprong allemaal een beetje onzin, maar het blijft opvallend hoe vaak we zegmaar zeggen. Nou, ik ga zegmaar weer verder met 'zegmaars' tellen, en dan heb ik over twee weken vast iets nieuws dat me opvalt.

Katja Schraag