Aan de rand van de meierblis ontstond een complete huiskamer.
Aan de rand van de meierblis ontstond een complete huiskamer. Foto: Job Schepers

Volwassenen weer kind op meierblis

'Hey Kik, er moet meer hout op hoor', roept Maurice de Groot terwijl hij druk bezig is met het roosteren van de worstenbroodjes bij de Meierblis bij De Koog. Niet veel later komt Brian (Kik)Kikkert aangelopen met een complete boom.

De meierblis in De Koog heeft even tijd nodig. Om 19.00 uur zou de bult in de fik gaan, maar niemand lijkt het initiatief te nemen. Toch is het veld aan de bosrandweg al in de nevelen gehuld door het grote aantal kleine vuurtjes dat al wel ontstoken is. Bij één van die fikkies tref ik Maarten Jan Boon aan, zijn gezicht zwart onder het roet met naast hem zijn zoon Wouter die zowaar nog zwarter is. 'Smeer die verslaggever ook eens onder het roet Wouter', zegt Boon. Zijn oproep blijkt niet aan dovenmansoren gericht en zo loop ik binnen no time rond met een zwarte kop, integratie noemen we dat. Al snel wordt het drukker en het duurt niet lang of de meierblis wordt aangestoken. Al vanaf de eerste keer dat ik er bij was vind ik het mooi om te zien hoe de vlammen oplaaien terwijl de kinderen nog boven op de bult staan. 'Levensgevaarlijk', mompelt een vrouw van middelbare leeftijd afkeurend. Ze komt van de overkant en vertelt me dat alle veiligheidsnormen genegeerd worden. De andere bezoekers blijken hier minder last van te hebben. Over het terein verspreid is het één dichte mist van rook met om de paar meter een nieuw vuurtje, ieder met zijn eigen knakworsten, broodjes, marshmallows, bier en wijn. Dan zie ik Maurice de Groot aan komen lopen met een groep vrienden. Dat is ook bijna niet te missen daar de groep met de complete inrichting van een gemiddelde studentenkamer aan komt zetten, een tweedelig bankstel, twee koelboxen, bier en zakken eten. De jongens kijken naar alle vuurtjes en al snel wordt besloten dat het in de tijdelijke huiskamer ook niet aan een kachel mag ontbreken. Zo start de bouw van een mooi kampvuur. Het bouwen van een vuur blijkt makkelijker dan het daadwerkelijk aan krijgen ervan. Iedereen, ondergetekende meegerekend, lijkt het beter te weten, terwijl slechts een man of twee daadwerkelijk iets doen. Na een klein half uur is het gelukt en tevreden genieten we van de warmte. Wel hebben we ons vuur met een uiterste precisie tussen alle andere vuurtjes in weten te plaatsen. Welke kant je ook opdraait, je ogen vullen zich met rook. Het terein aan de Bosrandweg is inmiddels flink volgestroomd. Kinderen rennen op en af in hun vruchtbare pogingen de fikkies brandende te houden. De klok slaat elf uur als het publiek verandert. Ouders met jonge kinderen druipen af, terwijl veel volwassen Kogers blijven binnendruppelen. De sfeer verandert overigens niet. Als volwassenen een vuur zien worden net zo goed weer kinderen. Met een vriendin lach ik om de huisjes aan de bosrand. We zien helemaal voor ons hoe een nietsvermoedende toerist een huisje heeft gehuurd om te genieten van de schone Texelse lucht. Enorm kinderachtig van ons, maar we vinden onszelf bijzonder geestig. Om kwart voor twaalf ga ik huiswaarts, zeker niet als laatste. De meierblis in De Koog was ouderwets gezellig. Saamhorigheid en gezelligheid spannen de kroon, terwijl de zorgen worden gedeeld over het behoud van de locatie. Het is een prachtig plekje voor de meierblis en het is te hopen dat we er volgend jaar weer terecht kunnen. Ik zie er in ieder geval alweer naar uit, nog maar 363 nachtjes slapen.

Job Schepers