Jeugdige renners en trainers poseren samen op de baan.
Jeugdige renners en trainers poseren samen op de baan. Foto: Joop Rommets

Nieuw leven Wielersport Texel

De wielerbaan in Den Burg, woensdagavond. Fanatiek als het moet, maar gezellig kwebbelend als het kan, werkt een groep kinderen zich in het zweet. Ze vormen de toekomst van Wielersport Texel, de vereniging die drie jaar geleden aan een nieuw leven begon.

IN KADER BOVENIN:

Ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Sportraad interviewt de Texelse Courant iedere maand Texelaars die vol passie hun sport beleven. In de derde aflevering een groep enthousiaste trainers en jeugdleden van Wielersport Texel.

Het samengaan van Wielervereniging Texel, Toerclub Taxi 312000 en de Vrije Rijders, eind 2010, heeft de wielersport op Texel geen windeieren gelegd. 'Er is een hoop nieuw en enthousiast volk bijgekomen. Er wordt van alles georganiseerd en dat straalt uit over de hele club. We hebben nu in totaal zo'n 330 leden, waarvan 60 jeugdleden', vertelt Rob Bakker. Hij is zelf vooral mountainbiker en gewezen lid van de Vrije Rijders, de organisatoren van Super Sunday. Sinds twee jaar is hij jeugdtrainer.

Het aantal jeugdleden is de afgelopen jaren fors toegenomen. Die groei kwam aanvankelijk vooral ten goede van het mountainbiken. Van september tot en met maart zijn er iedere zaterdagmiddag trainingen. Verdeeld in groepjes zijn de kinderen op het heuvelachtige parcours in het bos actief. De jongste renners zijn 8 en 9 jaar oud en trainen onder leiding van Willem van Tatenhove, die hen de basistechnieken bijbrengt. 'Bochten nemen, remmen, klimmen, afdalen, het vereist allemaal een aparte techniek. En dan is het bij een korte klim nog weer anders dan bij een lange. Het is best moeilijk, maar als ik ze na een jaar in de groep krijg, kunnen ze het allemaal. Het is heel knap dat het Willem lukt ze dat bij te brengen', prijst Bakker zijn collega-trainer.

Samen met Gerco Aberson, voorzitter van de jeugdcommissie, verzorgen Van Tatenhove en Bakker het leeuwendeel van de trainingen. Ze zijn gediplomeerd via de bond, de Nederlandse Toer Fiets Unie. Geen van drieën kunnen ze bogen op een imponerende wielercarrière. Maar echte liefhebbers zijn ze wel. 'Mijn eerste ervaringen had ik als jochie, toen ik elke dag van 't Horntje naar Den Hoorn fietste. Ik heb wel eens gelezen dat als je op jonge leeftijd veel fietst je veel kracht krijgt en dat je daar jaren later nog profijt van hebt', vertelt de inmiddels 43-jarige Bakker. Een jaar of tien geleden kocht hij een mountainbike, begon hij geregeld tochtjes te maken en sloot hij zich aan bij de Vrije Rijders. 'Het ging mij vooral om de gezelligheid en de gein en veel minder om het werken aan mijn conditie. Maar weet je wat het is? In zo'n groep kerels is altijd onderlinge strijd. Kijken wie er voorop rijdt. Zo word je vanzelf beter en handiger.'

Willem van Tatenhove was ook al 32 toen hij met wielrennen begon. 'Op een dag kreeg ik op mijn werk bij RAB te horen dat ze me hadden ingeschreven voor de 40 kilometer lange tijdrit om de bedrijvenbokaal. Dat ging best goed en daarna ben ik ook aan wedstrijden gaan meedoen, zoals de Tour de Lasalle in Den Helder. Ik kon vrij aardig tijdrijden, maar in een peloton vond ik het doodeng. Het hielp ook niet mee dat ik in mijn tweede of derde wedstrijd bij een valpartij betrokken raakte. Een paar rijen voor ons begonnen ze te remmen en daarna ook de renners vlak voor ons. Ik was kansloos. Met z'n zessen belandden we op een hoop. Ik had overal schaafwonden en mijn fiets was total loss.'

Sinds een jaar of zeven brengt Van Tatenhove de Texelse jeugd de beginselen van het wielrennen bij. 'Ik zat in het bestuur toen er geen trainers meer waren. We spraken af om de beurt de trainingen te leiden. Ik vond het al meteen zo leuk dat ik het ben blijven doen. Twee jaar geleden kregen we er een paar enthousiaste vaders bij en sindsdien doen we het met een heel groepje.'

Ook het wielrennen op de baan beleeft een opvallende wederopstanding. Bakker: 'Mountainbiken is laagdrempeliger. Met een fiets en een helm op kom je al een heel eind. De afgelopen jaren hadden we maar drie of vier kinderen op de racefiets. Maar sinds deze maand zijn dat er een stuk meer. De eerste zaterdag van april hadden we open dag. De meeste kinderen die daar op afkwamen, deden al aan mountainbiken. Er stonden vijf racefietsen klaar, voor een schappelijk bedrag beschikbaar gesteld door John Betsema. Probeer maar, zeiden wij. Het leefde al weken, ze wisten dat er wat ging gebeuren, maar het viel helemaal op zijn plek.'

Iets soortgelijks was eerder bij de senioren gebeurd. Zij rijden niet alleen in het bos en op de baan, maar ook op de weg. 'We hebben een grote verscheidenheid aan leden. Van fietsende moeders die afspreken nadat ze de kinderen naar school hebben gebracht tot de senioren die onder leiding van Dick Haker een rondje over Texel maken en onderweg opsteken om een bakkie te doen. Er is nu ook een clubje van ongeveer tien man dat hard traint en geregeld aan wedstrijden meedoet. Sommigen gaan bijna elk weekend naar de overkant. Ze doen mee aan criteriums in Noord-Holland. Maar ze gaan ook helemaal naar Zuid-Limburg om te trainen.'

Om deze groeiende groep ook op eigen eiland iets te bieden, doet de vereniging haar best meer wedstrijden te organiseren. De Ronde van Oosterend keerde in 2011 al terug op de wielerkalender, waarschijnlijk komen daar dit jaar ook rondes in Oudeschild en De Waal bij.

Volgens Bakker speelt de goede sfeer binnen Wielersport Texel een belangrijke rol bij het succes. 'Dat zie je ook bij de jongste jeugd. Het is belangrijk dat ze met een groepje zijn. Dat versterkt elkaar. Bij trainen is lachen en dat je het leuk hebt met elkaar erg belangrijk. Vorig jaar vertelde mijn dochter, toen nog maar tien jaar, dat ze met andere kinderen had afgesproken om 's middags te gaan mountainbiken. Dat was even schrikken, want hoe gaat dat zonder toezicht? Maar het ging prima en ze worden er ook hartstikke zelfstandig van. Bij een van hen ging de ketting eraf. Die hebben ze er zelf weer omgelegd. Het allermooiste vind ik de kameraadschap. Op Facebook hadden ze een foto gezet die ze op dat hoge duin achter de boskiosk hadden gemaakt. Zaten ze lekker te chillen met een zak snoep erbij. Maar aan het eind van de middag waren ze toch overal geweest. Dat geeft ze ook vrijheid.'

Bij het trainen van de jeugd komt heel wat kijken. Uiteraard gaat het vooral om de techniek van het wielrennen. Bakker: 'We trainen op beentempo. Kinderen, maar ook volwassenen, hebben de neiging een te zware versnelling te gebruiken. Daar raak je alleen maar sneller moe door. Je kunt beter een lichte versnelling kiezen en proberen je pedalen snel rond te draaien.' Belangrijk is ook de houding op de fiets en de techniek in de bochten. 'Ook leren we ze dicht op elkaar te rijden. Dan kun je in elkaars luwte even op adem komen. Maar dat vereist wel dat je je lijn houdt en geen onverwachte bewegingen maakt.'

Veiligheid en sociaal gedrag krijgen eveneens veel aandacht van de trainers. 'We bereiden ze voor op fietsen op de weg en op het rekening houden met medeweggebruikers. Dat ze niet slingeren, op een fietspad niet heel hard passeren, niet schreeuwen en dat ze leren dat verschillen in snelheid groot zijn.'

Terwijl Bakker zijn verhaal doet, laten de jeugdige renners op de baan zien in een paar weken tijd al een hoop te hebben geleerd. Al vinden de meesten onderweg nog wel tijd voor een praatje, er wordt fanatiek getraind. Tot genoegen ook van Van Tatenhove. 'Dat is het leukste van de beginners. Ze leren heel snel en heel veel. Laatst maakten we een toertocht met kinderen van twaalf en dertien jaar oud en een groep ouders. Op een gegeven moment waren er moeders die het niet konden bijhouden. Dat is mooi om te zien.'

De training wordt afgesloten met een wedstrijdje over twee ronden. Er wordt opvallend hard gereden, met een gemiddelde van 30 kilometer per uur en in de finale uitschieters naar 40 kilometer per uur. Wie je na afloop ook hoort, allemaal vinden ze de snelheid het mooiste aan het wielrennen. 'Fietsen is gewoon leuk. Hier rij je 35, in bos het 25. Dat is een heel verschil.'

Na een spannende strijd wint niet de 11-jarige Marit (dochter van Rob), die de hele race op kop heeft gereden, maar de één jaar oudere Lola (dochter van Niels Bakker). Marit begrijpt wat er mis is gegaan, want als ze zich bij haar vader meldt, zegt ze 'teveel vooraan' te hebben gereden. Trainer Niels Kossen glimlacht: 'Gerrie Knetemann zei het al: Je moet eerst het bordje van de ander leeg eten en daarna pas aan dat van jezelf beginnen.'

Even later komt Lola aangereden. Knetemann kent ze niet, zijn tactiek wel. 'Gewoon Marit het werk laten doen en dan sprinten', analyseert ze de wedstrijd tevreden na. Op de vraag of dat niet moeilijk is, antwoordt ze: 'Nee hoor, het is gewoon logisch nadenken.'

Joop Rommets

Jeugdige mountainbikers trainen in de winter iedere zaterdagmiddag in het bos.