wat ik zeggen wou

Moerbeek

Het is triest als een bedrijf het niet redt, maar het is vooral voor de betreffende ondernemer(s) en hun medewerkers, die zich met hart en ziel vele jaren voor hun bedrijf hebben ingezet verschrikkelijk. Vaak zijn er oorzaken aan te wijzen als slecht management of economische omstandigheden. In het artikel over de teloorgang van het bedrijf Moerbeek valt te lezen dat er oorzaken zijn als het 'weglekken' van geld en een incompetente accountant. Als geld van een rekening verdwijnt kan een bank en/of accountant eenvoudig achterhalen waar het is gebleven. Een accountant is bovendien verplicht om een betrouwbare waarheidsgetrouwe jaarrekening te maken en een onverklaarbaar groot verlies moet toch opvallen. Er is meer aan de hand dan alleen een verondersteld management probleem bij Moerbeek. Vreemd en triest is dat de Rabobank het verhaal van Peter en zijn vrouw bagatelliseert. Blijkbaar ontbreekt de wil om te onderzoeken waar het geld van de rekening is gebleven. Juist een bank is in de positie om dergelijke informatie boven water te halen, maar door deze opstelling groeit het wantrouwen. Al geruime tijd gaan er geruchten over Texel van malversaties met betrokkenheid van IT-specialisten, bankmedewerkers en accountant(s). Een redactioneel verhaal derhalve dat meer vragen oproept dan antwoorden oplevert. Gegeven het doorzettingsvermogen van Peter en zijn vrouw om duidelijkheid te krijgen, verwacht en hoop ik dat zij of hun curator alsnog achterhalen wie verantwoordelijk is. Wel ben ik van mening dat banken in het algemeen en deze specifieke accountant in het bijzonder net zo betrouwbaar zijn als politici.

Ik wens Peter en zijn familie het allerbeste.

J. Brugemann

Reactie René Loman, woordvoerder Rabobank:

Ter aanvulling (op de reactie dinsdag op het interview met Moerbeek) kan ik in algemene zin duiden wat we als Rabobank doen als een onderneming door omstandigheden in financiële moeilijkheden geraakt. Een beeld dat bank 'de stekker er uit trekt' sluit niet aan bij de realiteit, omdat de feitelijke situatie doorgaans complexer is. Ons beleid is: Als Rabobank blijven we financieren zolang dat verantwoord is, vanuit bedrijfseconomisch en langjarig perspectief. Helaas lukt het niet in elke situatie om financiering voort te zetten of tot andere oplossingen te komen (b.v. overname). Een besluit om als bank niet verder te gaan met financiering/afgesproken kredietlimiet, wordt niet over één nacht ijs genomen. Daar gaat een lang en zorgvuldig traject in overleg met de onderneming aan vooraf, want niemand is hier bij gebaat. In sommige situaties is een faillissement (mede hierdoor) helaas onafwendbaar. We gaan hier als bank niet lichtvaardig mee om. Besef daarbij dat er doorgaans meerdere oorzaken zijn waardoor een onderneming in zwaar weer komt. Bijvoorbeeld: veranderende afzetmarkt, kwaliteit product, bedrijfskosten (loon/inkoop), risicomanagement, business model, ondernemerschap/management of andere in/externe factoren. Deze factoren beïnvloeden tegelijk in hoeverre een bank kan gaan met doorfinancieringen, want de bank moet risico's managen in belang van bank en haar klanten. We onderkennen dat gevolgen voor bedrijf, klanten, leveranciers, medewerkers en andere betrokkenen ingrijpend kunnen zijn. Ook vanuit de bank is begrip voor emoties en aandacht voor de gevolgen, waarbij de adviseur(s) de klant vaak al jaren kent. De Rabobank stelt zich daarbij constructief op om vanuit rol als bank bij te dragen aan de afwikkeling of eventuele doorstart. Dit gebeurt in samenspraak met de aangestelde curatoren die een faillissement en/of eventuele doorstart begeleiden.