Concert Mannenkoor met chemie
Twee optredens voor de prijs van één. Het Texels Christelijk Mannenkoor en Christelijke Gemengd Koor 'Looft den Heer' wisselden elkaar zaterdagavond af in de rooms-katholieke kerk in Den Burg.
Hier geen problemen met de verwarming, het was behaaglijk warm in de kerk. Dat het amper half vol zat kwam dus niet door de kou, naar de werkelijk oorzaak waarom veel liefhebbers weg bleven was het gissen. Was het de zomertijd, waardoor mensen nog in de tuin zaten of kwam het door de naam van het gastkoor 'Looft den Heer' uit De Meern, gestoken in blauwe kazuifels, wat allemaal wat zwaar aandoet en wat lichtvoetiger publiek wellicht afschrikt. Hoe dan ook, het enthousiasme van beide koren leed er niet onder. Zoals ook voorzitter Ben Daalder bij zijn introductie niet om woorden verlegen zat. Hij vertelde hoe het balletje een paar jaar geleden ging rollen, toen een delegatie vrouwen van het gemengd koor op Texel was en te kennen gaf graag een gezamenlijk concert te willen houden. 'Het klikte geweldig goed, er was chemie', zei Daalder, die met een kwinkslag aangaf dat het publiek er verder niets achter moest zoeken. Het repertoire toonde variatie. Het in blauw gehulde gemengd koor zong werken van Mendelssohn, Mozart en Haydn, met titels als 'Trouwe vader, nooit volprezen' en 'Nu de Nacht ons zal omvatten' en 'Wordt stil, nu de Ene tot ons komt'. Met name in het eerste deel domineerde het vrouwelijk element met de hogere stemmen, waarbij het geluid van de lager getunede mannen wat naar de achtergrond verdween. Mooi gezongen, maar de kwalificatie 'gemengd' kwam niet helemaal tot z'n recht. Het zestig man sterke mannenkoor toonde zich een klasse apart. Onder leiding van dirigent Piet de Reuver, op piano begeleid door Arie Abbenes, voorheen beiaardier van de Dom van Utrecht, en gekleed in stijlvol zwart, oogde het koor als een rots in de branding. Recentelijk zijn vier 'jonge' zangers in gestroomd bij het koor. Met zelfs combinaties van vader en zoon (Biem en Cor Trap) in de gelederen. Ook hier afwisseling in het repertoire, waarbij de nummers werden ingeleid door presentator Piet Schneider. Tot slot zongen de koren samen 'Dank sei dir Herr' van Händel. Bij het publiek telde niet de kwantiteit, maar de kwaliteit, getuige het daverende applaus.