Anders bekeken

Billenknijpen


Er is werk aan de winkel in de tuin, schoffelen, kantjes steken, snoeien, stapels takken en natuurlijk bemesten. Ik sjouw af en aan met kruiwagens paardenmest. De buurman achter heeft paardjes, dus vooruit Jozien, op de rubber laarzen door de mesthoop klauteren en volgooien die bak. Er waait een koude wind maar ik heb het zweet op de rug. Want ja de stront met stro moet er wel wat doorheen. Het ruikt goed in ieder geval. Mensen komen voorbij met fietsen en de familie Brouwer gaat een wandeling maken. Het commentaar is niet van de lucht. 'Stront is gezond', wordt me spontaan toegeroepen. Ik schiet in de lach, ja zowel voor het gewas als voor de tuinvrouw natuurlijk. De hond is ook in zijn knollentuin, wat zeg ik drollentuin, hij rolt heerlijk met zijn rug door een riedel van wat ik heb gemorst. In huis eerst maar eens handen wassen, ik moet nog om potgrond en gaas naar Den Burg. Daar kom ik in overall Jannechien tegen, armen met sporen van mest en lammerij. Ze moet gauw terug naar de stal, het is een drukke verloskamer op heden en ik spoed me met zakken en spullen weer naar het Oosten. Want ja, die ene vrije dag in de week is zomaar weer om. We zijn vrouwen van de gestampte pot, en wat stront is ons niet vreemd, sterker nog, als een patiƫnt ontlasting heeft gehad zijn we blij. We houden van fysieke doorstroming. Als de boel stagneert hebben we ten slotte een probleem, maar een beetje zuster komt dan met gewelde pruimen, kruidenthee, lactulose, uitgeperste sinaasappels, om de verstopping te verhelpen. De kinderen op het potje werden geprezen voor een mooie geproduceerde drol, ja tot stickers aan toe op de wc deur geplakt. De jongste stak eens een paar knikkers in zijn mond en slokte ze met schrik zomaar door. 'Ach, zei Oma, gaat het door de roeper dan gaat het door de poeper.' Ik schoot in de lach, maar ze kreeg gelijk, bij de plakken ontbijtkoekpoep verschenen zo de glanzende gekleurde knikkers weer. Ik schep de laatste kruiwagen vol, nog wat bij de hortensia's denk ik: vooruit Jozien, maar het is zwaar, ik zet wat kracht, donders, heb ik dat, een flinke kramp in de onderbuik. Gisteren hachee gegeten, dan weet je het wel, billenknijpend tracht ik terug te lopen, ik kan toch ook niet de kruiwagen laten staan, verdikke. Net op tijd, ik zucht op de wc, deuren nog allemaal open, strontlaarzen nog aan. 'Ben je erin?', wordt geroepen. 'Je had je bril vergeten in de kerk.' De koster en tuinman komt in overall de bril terug brengen en legt hem op de keukentafel. Donders. Ik schuif gauw vanaf een andere bril en doe of ik van buiten kom. 'Ik was even aan het bemesten hoor Ko.' Dat moet ook af en toe gebeuren!


Jozien