Anders bekeken

Onbetaalbaar

Het is 9.00 uur geweest, ik heb twee patiƫnten gehad in De Cocksdorp en rij met gang naar Den Burg, soms is ons beroep een race tegen de klok. Tijd is geld. Of je het nu wilt of niet, het lijkt altijd een rol te spelen. Toch trap ik op de rem bij het groene weggetje, op de hoek is het bloemenstalletje weer geopend. Prachtige bossen tulpen van allerlei kleuren staan in de emmers. De stal heeft de beste prijskwaliteit verhouding van alle bollenvelden van Noord-Holland. Ik ben in de heel wat keertjes gestopt om potjes met narcissen, tulpen, dahlia's, etc. te kopen, altijd verwelkomd door de mooie honden, en op de achtergrond de kweker die zorg draagt voor al het moois. Ik stop het geld in het jampotje en wil weer wegvliegen, maar dan valt mijn oog op een stapeltje briefjes. 'Mijn vrouw is weer geholpen met een donornier, u kunt haar verrassen met een kaartje.' Ik pak een blaadje van het stapeltje met het adres en spring in de auto. Onderweg moet ik denken aan de woorden en zie in gedachten het gebeuren in het ziekenhuis. In Den Burg vervolg ik de arbeid. Na een drukke morgen zit ik bij te komen met een broodje en de krant. Het is de week van het geld. Kinderen krijgen tips en tops en worden spelenderwijs geleerd hoe je met geld moet omgaan. Maxima bezoekt een school en vertelt dat Amalia ook moet sparen. Ik schiet in de lach, ik moet denken aan de oudste die al van jongs af acties ondernam om een zakcentje te verdienen. Hij was een jaar of zes toen hij samen met een vriendje glunderend thuiskwam met guldens in de knuisten. 'Hoe kom je daaraan knecht?', begon ik voorzichtig. 'Mam, geweldig, we hebben bloemen verkocht!' De ogen op het hoofd. 'Zelf verdiend, mogen we bij Erik een zak chips kopen?' Mijn raderen draaiden, en keek gauw naar buiten, ik had voor het huis in het bosje narcissenbollen geplant, het was een gele zee van bloemen. Was, want alle narcissen waren gekortwiekt en klaarblijkelijk door de mannen broeders verkocht. Nu lach ik erom, de oudste is inmiddels afgestudeerd in de economie in Groningen, maar toen kon ik wel huilen. Ik was altijd de mening toegedaan dat niet overal geld tegenover moest staan. Een keertje grasmaaien, het konijnenhok verschonen, de afwas doen moest toch ook kunnen voor een ijsje of een schouderklop? De boodschappen doen voor oma in Den Burg moest toch ook zo kunnen? We moeten toch iets over hebben voor elkaar in het leven? Ik ga naar boven om te douchen en kleed me uit, er valt een papiertje op de tegels, het adres van het ziekenhuis. Daar ver weg ligt een vrouw met een gift, een nieuw orgaan, een nier, die weer een beetje hoop geeft voor de toekomst. Sommige dingen zijn onbetaalbaar. Onze gezondheid is goud waard...

Jozien