Hilariteit in 'Een rits te ver'. Vlnr. René Pruim, Wilma Laan, Mies Zoetelief en Jos Witte
Hilariteit in 'Een rits te ver'. Vlnr. René Pruim, Wilma Laan, Mies Zoetelief en Jos Witte Foto: Gerard Timmerman

Camping op stelten

Een kruising tussen Hotel op Stelten (Fawlty Towers) en 't Schaep in Mokum. In 'Een rits te ver' door toneelgroep Zuid-Eierland werkt een campingbazin zich zó in de nesten, dat sluiting dreigt. Maar, zoals een goede klucht betaamt, keert alles zich ten goede.

Het stuk van Jon van Eerd speelt zich af op een bijzondere camping met bijzondere medewerkers en bijzondere gasten. Het is gedaan met de rust op 'De Driehoek' als een controle door de gemeente wordt aangekondigd. We zien een wanhopige campingbazin die haar frustratie afreageert op haar Chinese medewerkster, die elk vooroordeel over deze bevolkingsgroep bevestigt. Dan is er de zoon van de campingchef, die er maar niet in slaagt zijn bloednerveuze moeder tot rede te brengen. Een kamperende ornitholoog die wordt aangezien voor de aangekondigde inspecteur is op zoek naar de laatste zomertortel. En er bivakkeert een even opgedirkte als ordinaire tante die lasterpraatjes rondstrooit. Ten tonele verschijnt ook de echte inspecteur, die de moeder blijkt te zijn van de lover van de zoon van de campingbazin. Volop verwikkelingen, misverstanden en misleiding, een voedingsbodem voor achterdocht en hilariteit. Eén en ander speelt zich af tegen de achtergrond van een fraai decor, met een fraaie balie, het profiel van een caravan, piepkleine tentjes waarin de kampeerders zich als een door Houdini in en uit wurmen en een landelijke impressie.

Maar het waren natuurlijk de acteurs die het maakten. Je hebt muurbloempjes en je hebt types als Wilma Laan. In de rol van campingbazin gaf ze het Chinese hulpje de volle laag. Met stemverheffing maakte ze het sloofje uit voor 'pekingeend, satehstok en illegale poepchinees'. Het ene moment poeslief om het volgende in woede uit te barsten. Ze zette een kenau neer die volledig doorslaat en zich door misverstanden, leugentjes om bestwil en onhandigheden steeds verder in de nesten werkt. Knap acteerwerk, maar geen gastvrouw uit het boekje. René Pruim speelde toneelzoon Leo, die met kuif en basebalpetje en goede mimiek en timing een sterk type neerzette. Debutante Anine van Baren maakte haar opwachting als veeleisende en luidruchtige campingaste. Hautain maar ordinair, met roze pruik en panterlegging een opvallende verschijning. Precies de invulling die je verwacht. Bert Assink, acterend als ornitholoog, werd per abuis aangezien voor de inspecteur. Dit ondanks zijn uitdossing, camera, verrekijker en zijn zoektocht naar de bedreigde zomertortel. En natuurlijk werd Mies Zoetelief, de echte inspecteur die driftig aantekeningen maakt, aanvankelijk als gewone gast behandeld. Haar strengheid verandert in een milde houding nadat ze een hengst met de caravandeur heeft gekregen en haar geheugen kwijt is. Jos Witte dook met geblondeerd haar op als het vriendje van de campingzoon. Ook hij ging volledig op in zijn rol en schroomde niet de lippen tegen die van zijn toneelliefde te drukken. Met kolderieke scènes lieten ze het uitverkochte Bethel regelmatig schaterlachen. Zoals het hoort op zo'n ongecompliceerde toneelavond. Souffleur Janny de Ridder speelde een bijrol, terwijl de inbreng van Ramona en Daniëlle van der Vis (kap en grime) juist goed zichtbaar was.