Jelle van der Duim, Cor Bijpost en Hessel Arensman trainen samen op de baan in Den Burg. ‘We zoeken elkaar vaak op.’
Jelle van der Duim, Cor Bijpost en Hessel Arensman trainen samen op de baan in Den Burg. ‘We zoeken elkaar vaak op.’ Foto: Joop Rommets

Jonge atleten boordevol ambities

Ze trainen keihard, strijden in heel Nederland mee om de medailles en zijn vol ambitie: atleten Hessel Arensman (17), Cor Bijpost (16) en Jelle van der Duim (16). De Texelse Courant zocht hen op en sprak met hen over presteren, andere sporten en school.

Hun sportieve carrière begon voor alle drie met voetbal. Hessel voetbalde tot zijn dertiende bij SV Oosterend, Cor en Jelle speelden tot hun vijftiende bij Texel'94. Met name Cor was behoorlijk getalenteerd en had het met zijn snelheid ook als voetballer aardig ver kunnen schoppen. 'Ik debuteerde op mijn vijftiende in het eerste elftal. Eerst officieus in een oefenwedstrijd tegen HCSC, later officieel in een bekerwedstrijd tegen ZDH.'

Op dat moment werd het al moeilijk voetbal en hardlopen te combineren. Op zijn dertiende was hij lid geworden van Atletiekvereniging Texel, nadat hij al eerder furore had gemaakt door menig bos- en crossloop te winnen. Onder leiding van trainer Wolbert Broere werkte Cor drie keer per week aan zijn conditie, snelheid en kracht. Met daarnaast een voetbaltraining en een wedstrijd raakte zijn week aardig gevuld. 'Op een gegeven moment werd dat al moeilijker en moest ik kiezen.' Op de vraag waarom hij voor hardlopen koos, antwoordt hij droogjes: 'Het was kiezen tussen voetballen bij Texel'94 en hardlopen in de Nederlandse top. Dat was niet zo moeilijk.'

Ook Jelle moest kiezen. Naast de wekelijkse voetbal- en atletiektraining volgde hij tot zijn veertiende iedere vrijdagavond een zeiltraining in Friesland en voer hij tot voor kort mee op nationaal niveau. In het weekend had hij vaak een voetbal- én een zeilwedstrijd en soms ook nog een loopevenement. 'Dat viel niet meer te combineren.'

Bij AVT troffen Cor en Jelle ook Hessel, die eerst nog lid was van de groep die zich eveneens bekwaamde in spring- en werpnummers, maar al snel besloot zich toe te leggen op hardlopen. Als eerste maakte Hessel de overstap naar Noordkop in Den Helder. Een bewuste keuze en bedoeld om hogerop te komen. 'De trainingen zijn er zwaarder en intensiever. Met Wolbert had je aan het eind van de training zes kilometer gelopen, bij Noordkop zijn dat er vaak meer dan tien. De groep is er ook groter. We trainen met de senioren. Texelaar Jaap Witte zit erbij en ook een paar jongens uit Anna Paulowna.' Hun programma's komen overeen, maar zijn niet identiek. 'De opbouw is hetzelfde, maar zij gaan vaak langer door. Doen wij bijvoorbeeld vijf keer zeshonderd meter, dan doen zij vijf keer achthonderd meter.'

De drie trainen twee keer per week in Den Helder. Op maandag- en donderdagavond nemen ze de boot van zes uur, om na een training van anderhalf tot twee uur om tien uur weer op Texel terug te keren. Daarnaast wordt verwacht dat ze drie keer per week voor zichzelf oefenen: dinsdag, vrijdag en een dag in het weekend. 'We trainen in principe individueel, maar we zoeken elkaar wel vaak op. Dat is gezelliger', vertelt Jelle.

Ze lopen vooral op de weg. Ten minste twaalf kilometer, maar zelden leggen ze die achter elkaar af. 'We doen verschillende vormen. Bij een climaxloop loop je elke kilometer iets harder. Maar je kunt ook 6 kilometer in-out lopen. Dan loop je om en om een kilometer hard en een kilometer rustig. Hard is bijvoorbeeld 3.20, rustig 4.20 minuten over een kilometer.'

Op woensdag mogen ze kiezen tussen krachttraining of volledige rust. Een vreemde keuzemogelijkheid, zo lijkt het. 'Maar die training stelt niet zo veel voor', vindt Hessel. 'Het zijn wat core stability oefeningen (ter versterking van onder meer buik- en rugspieren, red.). Die kun je gewoon op je slaapkamer doen en duren niet langer dan een half uur.'

Ze krijgen hun trainingsschema's van hun trainer in Den Helder, die per week of per maand de oefeningen doorgeeft. Hoe er wordt getraind, is medeafhankelijk van het seizoen. 'In de winter doen we op zaterdag vaak een cross. Dat is om sterker te worden en een goede basis voor in de zomer te leggen', vertelt Cor. 'In de winter moet je zorgen dat je veel kilometers maakt', vult Jelle aan. Hessel: 'In de zomer loop je zelden meer dan 400 meter achter elkaar. In de winter train je vooral op inhoud, 's zomers meer op snelheid.'

Cor en Jelle hebben het afgelopen jaar meegedaan aan het nationaal crosscircuit. Daarin binden de beste atleten van hun leeftijd de strijd met elkaar aan in wedstrijden over circa 4 kilometer. De crosses zijn enigszins vergelijkbaar met die van ZDH door de Bollekamer. 'Maar dan wel iets zwaarder, met wat meer obstakels en mul zand.'

Ze moesten er veel voor over hebben om mee te doen, want er werd gelopen in Breda, Tilburg en zelfs Kerkrade. Hun ouders waren op de lange reizen bij toerbeurt chauffeur. Hun moeite werd beloond, want beiden eindigden in de top tien. Jelle legde beslag op de negende plaats, Cor eindigde zelfs als zevende. Hij had zelfs nog hoger kunnen eindigen als hij niet had besloten de laatste wedstrijd aan zich voorbij te laten gaan. 'Ik stond zesde, maar de week erop werd het Nederlands kampioenschap gehouden en daarvoor wilde ik me sparen.'

Alle drie zitten nog op OSG De Hogeberg. Cor in 4 HAVO, Jelle doet dit jaar examen HAVO, Hessel examen VWO. 'Ik besteed niet veel tijd aan school', vertelt Hessel nonchalant, terwijl zijn meeluisterende moeder in lachen uitbarst. 'Dat gaat negen van de tien keer goed.' Jelle vindt het lastiger. 'Ik moet een profielwerkstuk maken en daar moet nog het een en ander aan gebeuren. Ik schrijf over de komst van een sportkantine voor de atletiekvereniging. Ik onderzoek de financiële mogelijkheden en belicht de economische kant. Daarmee heb ik het deze week zo druk, dat ik morgen de training maar een keer oversla.' Dat gebeurt niet vaak. 'Alleen als het echt niet lukt, gaan we niet trainen.'

Bij de NK indoor die begin deze maand in Apeldoorn werden gehouden, waren de Texelaars goed op dreef. Hessel plaatste zich bij de A-junioren op de 800 meter net niet voor de finale en eindigde als negende. 'Ik liep geen ideale race. De eerste 400 meter liep ik op kop, waardoor ik me niet kon optrekken aan anderen. Toch finishte ik nog in 2.02.91 minuten. Dat was niet slecht.'

Jelle eindigde op de 1500 meter bij de B-junioren op de vierde plaats. Zijn omgeving was enthousiast, maar zelf dacht hij daar anders over. 'Een beetje teleurstellend. Ik had graag op het podium geëindigd. Wel liep ik een persoonlijk record. Ik verbeterde mijn snelste tijd met drie seconden tot 4.20 minuten.

De voor zijn leeftijd fysiek al zeer sterke Cor veroverde wel een medaille. Hij snelde op de 800 meter bij de B-junioren in 1.59.40 minuten naar de derde plaats. Het was niet de eerste keer dat hij zich in de schijnwerpers liep. Als eerstejaars B-junior plaatste hij zich vorig jaar verrassend voor de finale. Daarin eindigde hij in 2.04 op de zevende plaats. Bij de NK outdoor legde hij in 1.59.19 beslag op de vierde plaats. 'Buiten wordt een stuk sneller gelopen', tekent hij aan. 'Je hebt er minder bochten.' Jelle: 'En de lucht is een stuk beter.' Hessel: 'Op de 800 meter scheelt het al gauw twee tot drie seconden.'

Cor is niet alleen op papier de succesvolste van de drie. 'Ik liep vorig seizoen niet heel goed', geeft Jelle toe. 'Pas halverwege kwam ik een beetje op gang. Met mijn vierde plaats in de landelijke finale op de 1500 meter was ik wel tevreden. Die liep ik in 4.23.'

Hessel raakte vorig seizoen door een blessure achterop en is nog niet terug op het niveau dat hij voor ogen had, legt hij uit. Cor hoort het grijnzend aan en zegt dan: 'Je moet wel vertellen hoe het kwam dat je geblesseerd raakte.' Hessel kijkt of hij deze opmerking niet had verwacht en zegt dan: 'Ik heb mijn enkelbanden gescheurd toen ik met Ouwe Sunderklaas in Question Plaza van het podium sprong.' Waarop het spottend klinkt: 'Ja, met zijn zatte kop!'

Na zes weken gips en nog eens zes weken revalideren, liep Hessel in juli met 2.02.91 minuten toch nog een persoonlijk record op de 800 meter. 'Ik had aan het begin van het seizoen gehoopt sneller te zijn. Zonder blessure had ik zeker harder gelopen.'

Hoewel ze alle drie bloedfanatiek zijn, hebben ze niet dezelfde ambities. Hessel is mede door zijn blessure wat minder snel dan Cor en Jelle. 'Bovendien ben ik al A-junior. In die categorie wordt heel hard gelopen. De nummer één heeft al eens 1.50 minuten over de 800 meter gelopen en de nummer twee 1.51 minuten. Daar ben ik nog niet aan toe. Maar ik hoop dit seizoen wel 1.58 minuten te halen en komende zomer in Amsterdam misschien de finale van de NK outdoor te halen.'

Jelle stelt zich strijdlustig op. 'Ik wil een medaille winnen bij de NK outdoor. In Apeldoorn haalde ik het podium net niet. Voor de volgende keer ben ik uit op revanche.'

Cor toont zich het meest ambitieus. 'Ik wil Nederlands kampioen worden.' Met een staalhard gezicht licht hij zijn streven toe. 'Bij de NK indoor waren er maar twee jongens sneller dan ik. En die heb ik vorig jaar outdoor allebei al een keer verslagen. Dat moest dus best kunnen.'

Warmenhuizen, juli 2012: Hessel Arensman heeft de leiding in een race om het Heer en Meester Baancircuit. Cor Bijpost en Jelle van der Duim volgen in zijn kielzog. Links clubgenoot Joey Steenvoorden uit Den Helder.