De huismus was vorig jaar de meest voorkomende tuinvogel.
De huismus was vorig jaar de meest voorkomende tuinvogel. Foto: Vogelinformatiecentrum

Tuinvogels tellen voor statistiek

De Nationale Tuinvogeltelling, die dit jaar op 18 en 19 januari wordt gehouden, is geen wetenschappelijk onderzoek, maar geeft een goed beeld van welke vogelsoorten algemeen voorkomen.

Meedoen aan de tuinvogeltelling is eenvoudig. Het gaat erom om een van beide dagen een half uur lang de vogels in de tuin te tellen. Die aantallen kunnen worden doorgegeven via www.tuinvogeltelling.nl. Op de site staan ook tips en manieren om de verschillende vogelsoorten te herkennen. In 2013 was de meest voorkomende soort de huismus, waarvan 215.000 exemplaren werden geteld. Dat was veel meer dan de koolmees (160.000) en de merel (142.000). Lokaal kan de toptien behoorlijk verschillen, afhankelijk van de ligging van de tuin. Het Vogelinformatiecentrum in De Cocksdorp verbindt zaterdag 18 januari een wedstrijd aan de telling. Wie gedurende een half uur het meeste aantal vogels telt in de tuin van het Vogelinformatiecentrum, maakt kans op een Vogelvoerpakket. Ieder half uur is er plaats voor vier tellers, aan het eind van de dag wordt het winnende half uur bekend gemaakt. De hele dag wordt informatie gegeven over vogelsoorten.