Jan Vonk, hier bij de museumdijk bij poldertje De Zandkes, gaat na 45 jaar dijkbeheer met pensioen. 'Hier zie je de historie', doelt hij onder meer op de verschillende soorten steen.
Jan Vonk, hier bij de museumdijk bij poldertje De Zandkes, gaat na 45 jaar dijkbeheer met pensioen. 'Hier zie je de historie', doelt hij onder meer op de verschillende soorten steen. Foto: Gerard Timmerman

Afscheid met een veilig gevoel

'Die storm kwam op een goed moment. Iedereen beseft nu weer het belang van veilige dijken.' Met het beheer van die dijken heeft Jan Vonk zich zo ongeveer zijn hele werkzame leven bezig gehouden. Nog even en dan zwaait deze kustverdediger af. 

We staan bij de museumdijk van De Zandkes. Zijn ogen glinsteren. 'Als ik mensen moet rondleiden, neem ik ze hier altijd mee naar toe.' Hij wijst op de loop van de dijk, door mensenhanden gemaakt, maar golvend alsof de natuur er de hand in heeft gehad. 'Hier is de hele historie zichtbaar', wijst hij op het stenen talud dat is opgebouwd uit verschillende soorten steen. 'Onderaan Noorse stenen, daar boven basalt, dan holle betonblokken en bovenaan Belgische stenen.'

Het oude dijkje roept herinneringen op. 'Vóór de dijken op Deltahoogte waren gebracht, hadden ze allemaal deze hoogte. Ingrid Hennink van De Kombuis zei onlangs dat ze het water nog nooit zó hoog had zien staan. Nou ik wel. Hoger zelfs, een halve meter (3.12 meter boven NAP vermeldt het archief van de Texelse Courant). Het was op zaterdag 3 januari 1976. In polder Het Noorden stond het water een halve meter onder de kruin van dijk, door de golven sloeg het zeewater er plaatselijk zelfs over heen.' Het krantenverslag vermeldt aan de westkust een afslag van dertig meter.

Het was de tijd dat Jan Vonk opzichter was van haven en dijken bij Rijkswaterstaat die toen het beheer had over de dijken. Het was een memorabele dag. 'We hielden de waterstand bij, letten op het getij, patrouilleerden en er liepen dijkwachten.' De spanning liep hoog op en Oudeschild, lage delen bij Oosterend, Nieuweschild en andere lage delen van het eiland werden uit voorzorg geëvacueerd. Achteraf gelukkig niet nodig, want de dijken hielden het. Vonk: 'Toch was die evacuatie een gouden actie, het toonde dat de nood aan de man was.' Want hoewel Rijkswaterstaat de plannen voor de dijkverhoging klaar had liggen, lagen in Den Haag de prioriteiten elders. Uit protest trokken 1200 Texelaars op 30 januari 1976 met busladingen gelijk naar het Binnenhof, waar ze en stoet van een kilometer lengte vormden. Vonk: 'Ik was er ook bij. Trouwens maar één van de twee mensen van Rijkswaterstaat die mee waren. Een collega zei: 'Dat gaat jullie nooit lukken, geen schijn van kans. Het was een stille demonstratie, maar wel heel massaal en met schapen. Minister Westerterp van Verkeer en Waterstaat was diep onder de indruk en beloofde dat de Texelse dijken vóór 1985 op Deltahoogte zouden zijn. En dat is ook gebeurd.' De dijkverhoging was een enorme operatie, waarbij kronkelende oude dijkjes werden rechtgetrokken, verdwenen of werden verlegd. 'Maar ik ben blij dat ze dit stukje zo hebben gelaten', wijst hij op de museumdijk. En waarbij bijzondere natuurgebiedjes ontstonden, zoals de Zandkes, de Ottersaat en het Waagejot.

Om dijken te beheren, moet je er wat mee hebben en zeker wat met de zee, is de stellige overtuiging van Jan Vonk. Zelf groeide hij op met beiden. Als oudste zoon van Cor en Kneel Vonk was hij telg uit een geslacht dat al generaties lang in de visserij zit. Nog steeds trouwens, broer Adrie en diens zonen hebben de TX1. 'We woonden op Oost en waren als jochies als het even kon bij de dijk te vinden.' Tijdens de rit langs de dijken aan de oostkant van het eiland stopt hij ter hoogte van de Molen van het Noorden. Wijzend op de sluis: 'Als jochie zwommen we hier onder de dijk door.' Dat vraagt om een uitleg. 'Vóór de bouw van gemaal Krassekeet werd het overtollig water hier gespuid. Met laag water ging de schuif omhoog en stroomde het water naar buiten. Een suatiesluis heet dat in Waterstaatstermen. Wij lieten ons met de stroom mee drijven naar buiten. Aan de andere kant zaten sluisdeuren. Die moesten natuurlijk wel open staan. Om te zorgen dat ze niet dicht gingen, bonden we ze wel vast. Dan vergaten we ze wel dicht te zetten, zodat bij vloed het zoute water naar binnen liep. Dan had je de poppen aan het dansen. Sluiswachter Ab Kiewiet was dol op ons. Kwajongenswerk, maar wat hebben we hier een plezier gehad. Ik weet nog dat de botters hier buitendijks lagen. We doken er gewoon onderdoor.'

Zoon van een visserman, maar Jan raakte niet op de kotter. 'Ik ging naar de HBS. ''Ga jij maar leren'', zei mijn vader. Na de HBS ging ik in Amsterdam Economie studeren. Het was eind jaren zestig. Over de economie van de binnenstad heb ik ontzettend veel geleerd.' Maar van studeren kwam weinig terecht. Na een rumoerig jaar keerde hij terug naar Texel. 'Ik kon aan de slag bij Rijkswaterstaat op Texel. Dat was toen een zelfstandige dienstkring, Kees Harting voerde er directie. Ik begon als tekenaar, maar moest van Harting wel allerlei opleidingen volgen, zoals tekenaar/opzichter. Ik heb onder meer de damwanden voor de haven van Oudeschild getekend. Alles moest tot in detail, tot het laatste boutje. Grappig is dat dertig jaar later, bij de overdracht van de haven naar de gemeente, de damwand weer is vervangen. Zo gaat dat, de levensduur is een jaar of dertig.' Van tekenaar groeide Vonk al snel door tot opzichter havens en dijken. Als zodanig voerde hij voor Rijkswaterstaat het beheer van de dijken, vanaf de Mokbaai tot het Bolwerk Eierland rond de vuurtoren. In totaal dertig kilometer aan buitendijk. En daarnaast het beheer over de haven van Oudeschild, de veerhaven en de haven van het NIOZ. In 45 jaar tijd maakt hij mee hoe de lage, smalle dijkjes in de jaren tachtig werden omgebouwd tot robuuste zeeweringen van Deltahoogte.

Als beheerder was het zijn taak te zorgen dat de dijken goed werden onderhouden. 'Storm en extreem hoog water veroorzaken slijtage. Onderschat ook de invloed van ijsgang niet. Door kruiend ijs raken stenen in de stortberm onder aan de dijk van hun plek.' Terugkerend onderhoudswerk dus, wat in een vaste volgorde wordt verricht. Een cyclus van een jaar of tien, waarbij in een vaste volgorde de steenbestorting, de slijtlaag en andere werkzaamheden worden gedaan. 'We werken van zuid naar noord. Als we klaar waren bij de vuurtoren, begonnen we bij de Mokbaai weer van voor af aan.' Bij het beheer van de havens maakte hij mee hoe de oude haven van Oudeschild werd uitgebreid met de werkhaven, hoe het dok werd afgemeerd, de jachthaven werd aangelegd en uiteindelijk de dijk naar het voormalige koelbassin werd doorgestoken voor de aanleg van de passantenhaven. 'Ik had in mijn werk met allerlei partijen te maken, vissers, de gemeente, pleziervaarders, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en pachters van de dijk, ook de binnendijken waarover ik later het beheer kreeg. Ik heb met iedereen altijd prettig kunnen samenwerken. Natuurlijk was er wel eens wat, maar het is altijd opgelost. Met pachters was er bijvoorbeeld discussie over de begrazing. Officieel mocht dat tot 15 oktober, maar als de grasgroei het toeliet dat ze er langer liepen, dan pasten we wel eens artikel vijf toe', steekt hij met een grijns zijn hand met gespreide vingers omhoog. Deze Texelaar is zijn kwajongensstreken nooit helemaal verloren, zoals blijkt als hij met zijn auto over het schuine talud rijdt. 'Mensen schrikken wel eens als ik tijdens rondleidingen doe. Maar er kan echt niets mis gaan.' Het werk houdt niet op aan de voet van de dijk, tegen erosie wordt de zeebodem plaatselijk verstevigd. 'Met zinkstukken. Die werden aan land in elkaar gevlochten en lieten we daarna afzinken.'

We rijden buitendijks bij de 'Vlielandboulevard'. 'Door de storm is hier aardig wat kust verdwenen.' Hij wijst op sporen in de bodem. 'Het kunnen best overblijfselen van landbouw in polder De Volharding zijn.' Die werd lang geleden door de zee verzwolgen. Vonk maakte aan het begin van zijn loopbaan mee hoe ook de zuidwestkant van Texel werd ondermijnd door kustafslag, en hoe de Texelse kustlijn nu al tientallen jaren in stand wordt gehouden met behulp van zand- en vooroeversuppleties. 'In het begin werd dáár het zand gewonnen', wijst hij naar de Steenplaat tussen Texel en Vlieland. 'Daar zijn ze wel van terug gekomen. Nu moet het zand minstens tien kilometer uit de kust worden gewonnen.'

Zoals de havens en de dijken veranderden, stond de tijd ook in organisatorisch opzicht niet stil. 'Toen ik bij Rijkswaterstaat begon, was dat een aparte dienstkring die gebiedsgericht werkte. Tegenwoordig werken we taakgericht.' Het betekent dat het dijkbeheer nu centraal wordt aangestuurd. Nu door hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. 'Toen ik begon deed RWS het beheer van de dijken, de havens en de duinen. Met zand heb ik me overigens nooit zo erg bezig gehouden, het duinbeheer was voor Willem Wiering, Kees Smit, Frits Bonne en Jaap Kreeft. Waterschap Texel had de gemalen, waterlopen en de wegen.' Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen had de zuiveringen.' Fusies en reorganisaties die in de jaren negentig op gang kwamen leidden er toe dat Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier nu het beheer heeft over de dijken, de zandige dijk (duinen), de gemalen en het binnenwater. Vonk: 'Binnen verschillende organisaties hield ik het beheer van de dijken.' Wel merkte hij dat het bij het hoogheemraadschap iets anders werkte dan bij RWS. 'Moest ik het dijkbeheer daar tot het laatste dubbeltje verantwoorden, bij het hoogheemraadschap telde vooral het resultaat. Zolang ik redelijk binnen de begroting bleef was het goed. Ik had de vrijheid om offertes te maken, zelf de aannemers te contracteren, werkafspraken te maken, te controleren en andere zaken. Ze gaven mij hun vertrouwen. Dat werkte prettig. Zo gaat het nu niet meer, tegenwoordig moet alles precies worden verantwoord.'

Vonk kijkt met tevredenheid terug. 'De dijken staan er goed bij. Het hoogheemraadschap heeft me in staat gesteld de dijken optimaal te onderhouden. Ook ben ik blij dat ik in de gelegenheid ben gesteld om mijn opvolgers goed te begeleiden.'

De grote dijkversterking die het hoogheemraadschap in voorbereiding heeft, is een klus voor zijn opvolgers. Ziet hij de noodzaak van die operatie in? 'Ik voel me hier nu volledig veilig. Wel is het zo dat eisen en inzichten veranderen. Dat was vroeger al zo en zo zal het altijd zijn. Bij sommige dingen vraag ik me wel eens af: moeten ze nu het wiel opnieuw uitvinden? Dat krijg je als je er al zo lang werkt als ik. Daarom is het goed dat ik weg ga.'

Gerard Timmerman

Jan Vonk bij de sluis waar hij als kind onder de dijk door zwom.