Jo Zoetelief (links) met zoon Marco controleert in de leeskamer de kwaliteit van de pootaardappelen.
Jo Zoetelief (links) met zoon Marco controleert in de leeskamer de kwaliteit van de pootaardappelen. Foto: Gerard Timmerman

Al vijftig jaar in de pootaardappels

De blik gericht op de aardappels die voorbij rollen. Geroutineerd pikt hij wormstekelige of knollen met een andere oneffenheid er uit, alleen de gezonde gaan door. Het leeshok is het domein van Jo Zoetelief, al 50 jaar zit hij in de pootaardappels. 

De eindcontrole is een belangrijke schakel in de poterteelt. Afnemers betalen een goeie prijs, maar eisen ook een onberispelijke kwaliteit. Wat niet wil zeggen dat je onbeperkt knollen weg moet gooien. 'Elke aardappel die niet de zak in gaat, brengt niets op', zegt zoon Marco (35). De eindcontrole kun je wel overlaten aan deze routinier. 68 jaar is zijn vader, maar die denkt nog niet aan stoppen. 's Morgens om acht uur stapt hij het leeshok binnen en 's avonds om zes uur houdt hij het voor gezien. Zes dagen in de week. Onder de middag tuft hij vanuit de aardappelschuur van de firma Zoetelief-Duinker op Nieuwschild heen en weer naar Den Burg voor het middageten. Maar al snel zit hij weer op zijn vaste plek, soms zó snel dat ze het bij Duinker niet begrijpen hoe hij dat zo gauw doet.

En zo gaat dat maanden lang, van november tot omstreeks half februari de laatste poters worden afgeleverd. Denk niet dat deze landbouwveteraan dan achter de geraniums kruipt, tegen die tijd breekt bij zoon Henk de lammerij aan en springt hij daar bij. En als de lammetjes in de wei lopen, hebben zijn zonen wel weer een ander karwei voor pa. Zo sjouwt hij in de zomer door de aardappelvelden voor de selectie. Niet met zijn achterste op zo'n modern karretje, gewoon lopend, met een zak op de rug om de zieke stammen in te verzamelen. Als er veel ziek is, dan heeft hij er aan het eind van de regel een flinke sjouw aan. Maar pauzes zoals anderen die tussendoor pakken, zijn aan deze Texelaar niet besteed. 'Vader werkt het liefst door. Hij kan er ook niet tegen als hij in het leeshok staat en er komen even geen aardappels. Dan komt hij naar buiten en stapt liefst zelf op de heftruck om de bunker te vullen.' Een man met weinig rust in de kont, zoals blijkt als de interviewer een praatje maakt met Marco en Fulps. Binnen de kortste keren is senior in de weer om de sorteer draaiende te houden.

Er zullen maar weinig Texelaars zijn die langer dan Jo Zoetelief in de poters zitten. 'In 1963 hebben ik met mijn vader (Henk) en broer Jan (Gijs) de pootaardappels van ome Wout (van Beek) opgeruimd. De poters lagen in putjes (aan de hoop) op het land. Met een ouwe sorteer gingen we van putje naar putje. Met de vork opscheppen, de sorteermachine draaiden we met de hand.' In die tijd had de familie Zoetelief een veehouderijbedrijf op de Arend.

'Jan bleef thuis voor de koeien, ik ging links en rechts te ''schnabbelen'', zoals in de aardappels bij Van Exel van Lou Christy.' Hij kreeg verkering met Jowie van der Star, met wie hij later zou trouwen. Bij Zoetelief begon de teelt van poters op bescheiden schaal. 'Een kleine twee bunder. We hadden een contract met Arie Boon. Die ging voor Hettema de boeren langs en zo raakten wij in de poters. Jan Boon en Piet Prins waren onze eerste selecteurs, later deden we het zelf. We teelden de aardappels in Eierland, in Waalenburg liep het vee.'

De poterteelt was bewerkelijk. 'In het begin veel handwerk. De sorteer op het land en met de vork opscheppen. In zakken van vijftig kilo, die we dichtnaaiden met de zakkennaald. We legden de balen op het slag en dan kwam de keurmeester, die een loodje aan de zak deed, de een na de ander. Daarna op de vrachtauto van de VTB. Niet zoals nu op een pallet gestapeld en dan met de heftruck omhoog, we sjouwden ze met de hand op de vrachtauto. Alles ging over de rug.' Hij verhaalt over de eerste sorteerinstallatie in de schuur. 'Een eenvoudige machine. Als de zak vol was, wogen we die af op de sorteer, handje er bij of een handje er uit en dan op de zakkenheffer. Als je een ton of tien op een dag draaide was het al heel wat. Het werd al beter toen er een automatische afslag op kwam, waardoor de zakken op het juiste gewicht waren. Toen kwamen er bandjes aan de sorteer, zakkenheffers en noem maar op. Als we nu een goeie dag maken, draaien we veertig ton op een dag. Maar ook nu is het zo dat de kwaliteit van de aardappels bepaalt hoeveel je draait. Als er veel pok, rhizoctonia, fusarium of ritnaalden in zetten, houdt dat het werk behoorlijk op.'

Het zat wel eens tegen. Memorabel was de natte herfst van 1974, toen de machines niet het land op konden. Pas in de winter droogde het op. 'In februari heeft ome Karel (Zoetelief, destijds loonwerker) ze nog gerooid. Later kregen we zelf een rooier. Onze eerste poters zijn geplant door loonwerker Piet Kunst. We zaten met vier man achterop en zetten de knollen met de hand in de grond. Nu gaat dat volautomatisch. Grappig is wel dat we de mini knollen, selectiepootgoed uit de kas, weer net zo zetten zoals die eerste keer: met de hand. Toen zat er iemand op de trekker, maar nu hoeft dat niet meer dankzij de automatische GPS-besturing die Fulps er op heeft gezet.' Zo maakte Zoetelief in vijftig jaar meer grote ontwikkelingen mee in de landbouw. 'Twee ruilverkavelingen. Eerst van de oude Arend (bij de rotonde van De Waal) naar de nieuwe Arend aan de Westerboersweg, die omgedoopt tot Eaglesranch inmiddels verhuisd naar het Burgerdijkje. Twee boerderijen heeft hij zien slopen. Hij zwijgt er over. 'Over Waalenburg is inmiddels wel genoeg gezegd.'

De poterteelt groeide van lieverlee. En zoals dat ging in het boerenbedrijf, de hele familie hielp mee. Ook echtgenote Jowie met wie hij in 1971 was getrouwd. Als telg uit een grote boerenfamilie en opgegroeid met het werk op het land leerde ze overdreven gesteld eerder hoe wormstekeligheid er uit zag dan het aap-noot-mies. Tot twee jaar geleden hielp ze elke seizoen met het uitzoeken van de aardappels. Maar nog steeds is de betrokkenheid bij het bedrijf groot en drinkt ze op Nieuweschild op z'n tijd een bakkie mee. 'Zo blijf ik ook een beetje op de hoogte.' En als ze er dan toch is, maakt ze gelijk de kantine even schoon.

Met de poterteelt groeide ook de omvang van het bedrijf en door samenwerking met Van Exel en de familie Van der Star kon bijvoorbeeld gezamenlijk worden geïnvesteerd in een sorteerinstallatie. Maar toen de schaalvergroting verder doorzette, werkte dat niet meer. 'Als wij aan het sorteren waren stond de familie Van Exel op ons te wachten en als zij bezig waren wachtte mijn schoonfamilie. Op een gegeven moment sorteerden we zelfs 's nachts door.'

'De poterteelt heeft zijn ups en downs, we hebben goeie jaren en slechte gehad. Je beleeft alles een keer, maar doordat we een gemengd bedrijven hadden konden we tegenslagen opvangen. Als poterteler ben je steeds blij. Blij dat ze in de grond zitten, blij dat ze zijn geselecteerd, blij dat ze gerooid zijn en in de schuur en blij als ze in de zak zitten. Heel erg blij ben je als je aan het eind goed wordt uitbetaald.'

En zo is het nog steeds. Tegenwoordig is het zoon Marco die poters teelt. Hij doet dat samen met Fulps Duinker van Nieuweschild. Marco: 'Toen ik acht jaar geleden bij Fulps aan het werk ging zei ik: Ik wil wel poters blijven telen.' Fulps zei toen: 'Dat is prima, als jij de teelt en verwerking verzorgt, dan zorgen wij voor het land en het mechanische gedeelte.' Zo werd de basis gelegd voor een poot aan het loonbedrijf die inmiddels grote vormen heeft aangenomen. Samen telen ze een bunder of zestig poters, alsmede die van Siem Pieter de Porto en Cees Bas. Inclusief het loonwerk rooide de firma dit jaar circa honderd bunder aardappels. Zo is firma Zoetelief-Duinker een behoorlijke speler in de Texelse pootgoedsector.

Nadat de opslag en verwerking een aantal jaar een zwervend bestaan over Texel leidde, bouwden ze drie jaar geleden een nieuwe loods met een capaciteit van 2000 ton aardappels. In deze enorme loods kunnen ze al het werk centraal doen en hoeven ze niet meer het eiland over. De aardappels worden hier opgeslagen en verwerkt. Met uitzondering van de eindcontrole door Zoetelief sr. gaat alles automatisch, van de aanvoer tot het stapelen van de zakken op pallets, alles volgens een strakke planning. In de schuur staat een enorme sorteerinstallatie. De machine is door Fulps en zijn medewerkers grotendeels eigenhandig in elkaar gesleuteld. Onderdelen, zoals banden, zeven en ander materiaal kennen uiteenlopende herkomsten. De vindingrijkheid is groot. Zo kreeg de bak van een oude kunstmeststrooier een tweede leven als vultrechter boven een kist.

De sorteer draait automatisch door, te grote en te kleine knollen verdwijnen in aparte kisten, de box draait vanzelf vol en medewerker Norbert rijdt op de heftruck heen en weer met kisten. Marco: 'Toen we hier acht jaar geleden begonnen, zat de poterteelt in een dip. De kostprijs van een kilo poters is 25 cent, maar ik ving 16 cent. In het eerste jaar dat ik samen met Fulps poters teelde, kregen we 32 cent voor een kilo. Daarna is de prijs niet meer onder de 30 cent geweest. Daardoor hebben we ook kunnen investeren, onder meer in grond. Land is schaars en Texel wordt niet groter. Ook hebben we geïnvesteerd in betere machines, we zijn begonnen met een planter van €250,-, maar we hebben nu een goede planter, een super rooimachin en we hebben de inschuurlijn verbeterd. Het telen van goede pootaardappelen hangt van heel veel factoren af, er valt altijd wel iets te verbeteren.'

Zoetelief sr. blijft met al zijn ervaring een onmisbare schakel. Onmisbaarheid is hier overigens een relatief begrip. Marco: 'Er bestaat tegenwoordig wel een machine die de verkeerde knollen er automatisch uit haalt. Maar die is voor ons nog veel te duur.' Pa is dus onbetaalbaar, maar relativeert. 'Als het niet goed gaat, krijg ik op m'n donder. Maar ik vind het leuk dat ik mijn zoons kan helpen. En ik ben in de gezegende omstandigheden dat ik alles nog kan, ik hoef nergens een pilletje voor te slikken.' Jowie: 'Soms komt hij onder de middag wel eens mopperend thuis. Als ik er niet achter kom wat er aan de hand is, bel ik Marco maar.' Haar man grijnst. Terwijl hij vertelt, houdt hij kleindochter Sara, negen weken oud op schoot. In huis nog drie kleinkinderen waarop ze de oppas hebben. Het is de ochtend na Ouwe Sunderklaas. 'En dan weet je het wel.'

Gerard Timmerman

Pootaardappelen, zoals hier van het ras Innovator,  zijn een pijler onder de akkerbouw.