Oud-Texelaar Gert van Beek, in 1983 chef Zware Criminaliteit bij de Amsterdamse politie, schreef een boek over de Heineken ontvoering.
Oud-Texelaar Gert van Beek, in 1983 chef Zware Criminaliteit bij de Amsterdamse politie, schreef een boek over de Heineken ontvoering. Foto: Merlijn Doomernik

Boek sluit Heineken-ontvoering af

Toen biermagnaat Freddy Heineken op 9 november 1983 werd ontvoerd, gaf oud-Texelaar Gert van Beek leiding aan het team dat de kidnap moest beëindigen. Dertig jaar later schreef hij er een boek over, zaterdag 28 december geeft hij in De Hollebol een lezing. 

De ontvoering van Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer is één van de grootste criminele zaken uit het nationale verleden, waarbij het hoogste losgeld ooit werd betaald, die de meeste media-aandacht kreeg, die de langste juridische nasleep had en met de 'meest destructieve criminele carrières'. Er verschenen boeken over en een film. Van Beek: 'Het perspectief van het opsporingsteam is altijd onderbelicht gebleven. Een van de gevolgen is dat het verhaal zoals de gemiddelde Nederlander dat kent vol feitelijke onjuistheden en interpretatiefouten zit. Om die reden besloot ik dit boek te schrijven.' Zijn boek 'Meneer Heineken, het is voorbij' beschrijft de belevenissen van een jonge recherchechef. 'Het was mijn eerste grote zaak en het is mijn grootste zaak gebleven. Nu dit boek de wereld in gaat, is het voor mij eindelijk ook voorbij.'

Gert van Beek (1952) werd geboren aan de Westerweg en groeide op aan de Gasthuisstraat. Na de HBS ging hij naar de Nederlandse Politie Academie. Na zijn studie kwam hij in 1975 bij de Amsterdamse politie terecht. Op het roemruchte bureau Warmoesstraat had hij Appie Baantjer als mentor. 'Van Appie had ik in hoog tempo heel wat kneepjes van het vak geleerd. Hij maande me tot kalmte als ik door de drukke binnenstad plankgas naar een moordzaak wilde rijden. 'Geen haast rechercheur. Ze zijn al dood.' Nadat Van Beek in mei 1983 chef Zware Criminaliteit was geworden, opende hij in november de jacht op de Heineken-ontvoerders. Collega Kees Sietsma (in 1977 betrokken bij het onderzoek naar de ontvoerde Caransa) was gedurende de kidnap de eerste leider, Van Beek zijn plaatsvervanger.

Het boek beschrijft de gebeurtenissen vanaf het moment dat Heineken en Doderer waren gekidnapt tot het moment dat de twee geketende mannen achter een dubbelen wand in een loods worden ontdekt en de nasleep. Over het moment dat de kidnappers via een getypte brief voor het eerst van zich laten horen 'Wij onderhandelen niet, wij eisen!!' 'Een eerste evaluatie leerde ons dat het de criminelen uitsluitend om het geld was te doen. In zekere zin was dat een opluchting', doelt hij op politieke ontvoeringen in het buitenland, waarbij de gegijzelden werden vermoord. Geëist werd bijna 35 miljoen gulden, in diverse valuta. Onder meer 25 miljoen Franse franken, waarbij de kidnappers zich overigens de helft verrekenden. Allerlei codenamen passeren de revue, zoals de Adelaar, de Uil, de Haas en de Muis. Van Beek beschrijft ook de onderhandelingsstrategie. 'Niet onderhandelen over de hoogte van het losgeld. Dat zou de sfeer bederven en de ontvoerders er toe kunnen brengen hun eisen kracht bij te zetten.' 400 à 500 rechercheurs werden op de zaak gezet, waarbij uiteindelijk 'gouden tip' nummer 547 naar de ontvoerders leidde. De afloop is bekend. Met gemengde gevoelens kijkt Van Beek terug. 'Heineken-ontvoerder' werd in de media een soort geuzennaam.' Hij hekelt het misverstand dat het hier om 'een stel aardige Jordanese boefjes ging', met wie men graag op de foto ging en stelt vast dat Willem Holleeder door zijn optreden in tv-programma 'College Tour' salonfähig werd.

'Meneer Heineken, het is voorbij', met daarin ook foto's van bewijsmateriaal, leest als een spannend jongensboek en geeft een mooi inkijkje in het werk van de politie, dat niet helemaal blijkt overeen te stemmen met het beeld dat kennen uit de politieseries op tv.

De lezing begint om 16.00 uur.