Admiraal voorkomt een veldslag 

Dat de opstand op het eiland zonder bloedvergieten verliep, is vooral te danken aan admiraal Carel Hendrik Ver-Huell, commandant van Den Helder.

De in Doetinchem geboren Ver-Huell was vertrouwensman van Napoleon en had een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van het Koninkrijk Holland. Misschien omdat hij de Franse zaak net zo toegewijd diende als eerder de Bataafse Republiek, is zijn naam op de achtergrond geraakt, maar door zijn tijdgenoten werd de admiraal op handen gedragen. Hij stelde alles in het werk om burgerslachtoffers te voorkomen, voorzag armen en wezen van voedsel en onderdak, ontstak vuren op Kijkduin om schepen de weg te wijzen en besloot Oudeschild niet plat te schieten toen daar het oproer kraaide. In tegenstelling tot veel andere commandanten sloeg hij niet in die laatste oorlogsmaanden wild om zich heen, maar hij wist de troepen en plunderaars buiten Den Helder te houden tot hij, op 4 mei 1814 's morgens om elf uur, met opgeheven hoofd het bevel kon overdragen. Ver-Huell ligt begraven op Père Lachaise in Parijs en wordt als enige Nederlander genoemd om de Arc de Triomphe.