De opstand van 1813, tegen het Franse gezag, had makkelijk anders kunnen aflopen.
De opstand van 1813, tegen het Franse gezag, had makkelijk anders kunnen aflopen. Foto: Panoramio

Bevrijding verloopt zonder bloedvergieten

De Franse bezetting op het eiland had op 5 december 1813, 's middags om 5 uur,  zonder slag of stoot kunnen eindigen. Maar door de onverzettelijkheid van een van de Franse hoofdofficieren liep dat toch nog anders. 

 

De al bijna tweehonderd jaar tot de verbeelding sprekende opstand tegen de Franse bezetter, kende een lange voorgeschiedenis. Sinds 1809 was de welvaart op het eiland sterk achteruit gegaan. Het aantal bewoners was afgenomen, de inkomsten liepen terug. Handel en visserij leidden een kwijnend bestaan, ook door gebrek aan afzetmogelijkheden, en de schapenfokkerij was met de helft verminderd. Veel huizen stonden leeg en de belastingdruk was hoog, nog afgezien van de gedwongen inkwartiering van Franse soldaten en Spaanse krijgsgevangenen en de 'conscriptie', de gedwongen krijgsdienst. Texel, waar de patriotten al nooit rijk vertegenwoordigd waren, zou bij de eerste tekenen van verzet in opstand komen. Op 16 augustus was nog de verjaardag van Napoleon gevierd, op 29 september de overwinning bij Dresden, maar daara werd de Franse bezetting van de forten bij Oudeschild sterk verminderd, door de enorme verliezen bij Leipzig. Wat bleef, waren de kustkanonniers, voor het merendeel van het eiland zelf afkomstig, en enkele Franse soldaten. Wel lagen er oorlogsschepen voor de kust van Oudeschild, die het eiland eventueel onder vuur konden nemen. Deze zochten echter op 4 december in verband met ijsgang een veilig heenkomen in de haven van Den Helder. Dit was het moment waar de Texelaars op hadden gewacht en gewapenderhand trokken ze van Oosterend, Nieuweschild en Oudeschild naar de Lunette. Sergeant Willem Lourens hoefde niet lang na te denken en sloot zich met zijn 27 kustkanonniers bij de opstandelingen aan. Daags daarna verschenen de opstandelingen gewapend met snaphanen, pistolen, donderbussen, pieken, dorsvlegels, sabels en wat ze ook maar aan wapentuig konden vinden voor de Schans, in de Franse tijd Fort Central geheten. Nu zal commandant d'Ison niet onder de indruk zijn geweest van de ongeregelde troep, hoewel het niet minder dan 800 mensen waren, maar omdat hij sterk twijfelde aan de trouw van de 160 kustkanonniers, koos hij eieren voor zijn geld en op de belofte van een eervolle aftocht tekende hij 's middags om 5 uur de capitulatie. Omdat het inmiddels donker werd, werd bepaald dat het garnizoen de volgende morgen zou vertrekken. Hiermee was de kous af geweest als niet plaatsvervangend majoor Braun problemen had gehad met de voorwaarden van de capitulatie. In plaats van zich over te geven, gaf hij bevel het kruit uit de kruitkelder te halen, met de bedoeling het fort in de lucht te laten vliegen. Het plan werd echter ontdekt en de opstandelingen eisten nogmaals het fort op. Commandant d'Ison sprak zijn leedwezen over de gang van zaken uit en gaf zich met onmiddellijke ingang over. D'Ison werd op erewoord vrijgelaten, Braun werd samen met de Franse soldaten als krijgsgevangenen afgevoerd naar Amsterdam en de kanonniers zwoeren trouw aan de prins van Oranje. Vanaf dat moment was het eiland in handen van de gewapende burgerwacht, die een onderkomen vond in het Morriaanshoofd in Oudeschild. Op 7 december werd een tijdelijk bestuur gevormd en op 8 december verklaarde dit Texel bevrijd, met daarbij de oproep alle vijandelijkheden te staken en de publieke rust en veiligheid te bewaren.