Achter de schermen

Sprookje

Er was eens een koning met twintig dochters die ontzettend goed konden sporten. Ze waren de besten van het land, de besten van Europa en zelfs bijna de besten van de wereld. De koning schreeuwde het liefst van de daken hoe goed zijn dochters wel niet konden sporten, maar helaas: niemand wilde het horen of zien.

Zelfs de buurman van de koning, een groot liefhebber van sport, wilde het niet zien. De buurman betaalde graag voor iedereen die goed kon sporten, maar de koning had het nakijken. Hij zorgde maar voor zijn eigen geld. De dochters deden namelijk aan softball en daar kon de buurman bij anderen niet mee aankomen. Maar ja, dat zei hij natuurlijk niet hardop. De dochters - sportief als ze waren - hielden zich groot, maar vonden het helemaal niet leuk hoe er over hun sport werd gedacht.

De koning tobde hoe het verder moest. Zijn dochters wilden graag meedoen aan het wereldkampioenschap softball om de besten van de wereld te worden, maar zonder geld en steun ging dat niet lukken. Hij tobde en tobde, totdat hij op een dag zomaar op een klein eiland terecht kwam. Het was feest en tot zijn verrassing zag de koning overal mensen sporten. Opeens kreeg de koning een geniale ingeving; hier moest hij naartoe met zijn dochters. Hier zouden ze tot hun recht komen. Hier zouden ze gezien worden.

De koning stapte op de burgemeester af en niet veel later zat hij aan tafel bij de wethouder van sport. Wat een verademing na het gezeur met zijn vervelende buurman. Natuurlijk mochten de koning en zijn dochters op het eiland komen sporten. Graag zelfs. De wethouder van sport trommelde meteen sportridders Albert en Gert op en voor de koning het wist werd er vanalles voor hem geregeld.

Waar moesten zijn dochters slapen, vroeg de koning. Geen probleem, zeiden de ridders en ze belden met mijnheer Iwan die twee prachtige huizen beschikbaar stelde. Waar moeten we sporten, vroeg de koning. Geen probleem, zeiden de ridders. Ze knipten met hun vingers en daar was zomaar een grote sporthal. De koning wist niet wat hem overkwam.

'Mag ik nog één vraag stellen', vroeg hij bescheiden. 'Kunnen jullie er ook voor zorgen dat anderen eindelijk zien hoe goed mijn dochters kunnen softballen.' Geen probleem zeiden de ridders. Iedereen in het land kent ons eiland, dus iedereen zal straks weten dat jullie hier trainen voor het wereldkampioenschap softball. En dan worden jullie nog kampioen ook. Let maar op onze woorden...

Tot zover dit 'sprookje' dat afgelopen maandag op Texel is begonnen. Ik geef toe: meestal zijn sprookjes niet waar. Maar toch? Soms moet je gewoon keihard durven te geloven in een sprookje!

Jeroen van Hattum