'Belasting is geen staand zeiltje'
Hoeveel kosten heeft de gemeente jaarlijks aan het toerisme? Een vraag die niet makkelijk te beantwoorden is, maar waarover de gemeente zich in 2008 wel eens heeft gebogen.
Dat jaar werden in het kader van bezuinigingen alle taken van de gemeente plus bijbehorende kosten onder de loep genomen. Daarbij werd meteen bekeken in welke mate de taken toegerekend kunnen worden aan het toerisme.
Dat leerde in 2008 dat de gemeente jaarlijks €5,2 miljoen aan het toerisme besteedde, terwijl via toeristenbelasting, forensenbelasting en Onroerend Zaak Belasting voor vakantiehuisjes €3,5 miljoen werd opgehaald. Dat betekende dat de gemeente jaarlijks €1,7 miljoen meer aan het toerisme besteedde dan dat eraan verdiend werd.
Voormalig wethouder Peter Bakker merkte destijds bij de presentatie van de cijfers op dat de toeristenbelasting 'geen staand zeiltje is dat alleen maar geld oplevert'. Voormalig wethouder Nico Kikkert stelde begin 2010 bij de ondertekening van een overeenkomst tussen de gemeente en het toeristisch investeringsfonds STIFT eveneens dat de gemeente meer kosten dan baten heeft als gevolg van het toerisme. Ter illustratie: in het onderzoek werden taken op het gebied van infrastructuur voor 40 procent aan het toerisme gerelateerd. Voor welzijnsbeleid en gezondheidszorg werd gesteld dat 20 procent van de kosten uit het toerisme voortkomt en voor taken op het terrein van recreatie en landschap werd een percentage van 60 procent gehanteerd.
Mede op basis van dat onderzoek besloot de raad op 2 december 2009 de toeristenbelasting te laten stijgen van €0,85 naar €1,50 per persoon per nacht met een maximum van toen nog vijf nachten. Dat leverde ongeveer een miljoen euro extra op, waarvan circa vier ton voor STIFT werd bestemd. De raad bepaalde dat de andere helft moest worden gebruikt om het genoemde gat van €1,7 miljoen te verkleinen.
De gemeente heeft de inkomsten van de toeristenbelasting voor dit jaar geraamd op circa €3,5 miljoen en voor 2014 op eenzelfde bedrag. Dat geld komt, met uitzondering van de bijdrage voor STIFT, in de algemene middelen van de gemeente.