recensie

Invasie op het eiland

'Honderden ruimteschepen zijn op verschillende locaties op Texel geland nadat de generaal van het Texelse leger de bestuurder van het eerste ruimteschip had doodgeschoten. De buitenaardse wezens hebben hierop de jacht op de eilanders ingezet en lijken alles te willen vernietigen wat ze op het eiland kunnen vinden. De overheid heeft de landmacht ingezet en hoopt de moordlustige wezens zo snel mogelijk uit te roeien en de vrede op het eiland te herstellen.' Zo vat een verslaggever de gebeurtenissen samen die het eerste deel vormen van 'Invasie op het eiland' van Marten Mantel, dat vrijdag 8 november verschijnt bij Lebowski Publishers. Geen spannend jongensboek, maar ook geen 'Sprong in het heelal'. En - nog daargelaten hoe 'metershoge wormachtige wezens' door de ruimte kunnen reizen in een grijsroze kubus ter grootte van een bijkeuken - de spanning die de invasie oproept is te gering om het boek een space-opera te kunnen noemen. Het debuut van Mantel hangt er een beetje tussenin, met verhaallijnen die parallel lopen, maar de lezer soms achterlaten met een verward gevoel van tijd. Uiteindelijk komt het allemaal goed, maar het lijkt wel of de schrijver zich even warm moet lopen. Het ritme van het boek is daardoor vaak wat gejaagd, het verspringen van perspectief niet zelden verwarrend. Het niet oplossen van plotsignalen laat de lezer bovendien met vragen achter, net zoals het voortdurend door de buitenaardse wormen opslokken van uitgebreid geïntroduceerde personages. En toch zijn er telkens weer de zinnen waaruit blijkt dat Mantel beter moet kunnen dan lach-of-ik-schiet undergroundstyle. Vooral wanneer hij zich verplaatst in de dove Frenk (die om onvoorstelbaar mooie reden nog steeds dienst doet in het Texelse leger) of in Twan en Robin, de kat die zo'n belangrijke rol in het geheel speelt en die zeker meent te weten dat vis in kranten groeit. Met deze twee hoofdstukken als voorbeeld hadden ook de andere veertien hoofdstukken naar een hoger plan getild kunnen worden. Wat blijft is de vraag waarom de roman op Texel speelt. Den Burg komt erin voor en Den Hoorn, het Duinbos, de vuurtoren en de veerboot. Maar het voelt toch allemaal wat gekunsteld en onecht. Geen probleem natuurlijk, elke roman moet zich tenslotte ergens afspelen, maar als voor een zo duidelijk afgebakende lokatie gekozen wordt, gebeurt dat doorgaans met een reden. Hier herinnert voornamelijk de illustratie op het voorblad aan het eiland, in het verhaal speelt Texel nauwelijks een rol. Dat doet niet af aan de waarde van 'Invasie op het eiland', maar het voegt er zeker ook niet iets aan toe. Voor de presentatie van het boek, dat leest als een stripverhaal, zijn twee trailers gemaakt. Deze zijn te vinden via YouTube. Het boek is vanaf 8 november te verkrijgen.