Veel 'macht en pracht'
'O pracht en macht van vroeger dagen', zong de dichter uit volle borst. En hoewel hij hier doelde op Klokke Roeland in het Gents belfort, bleek zaterdag tijdens Open Monumentendag op Texel voldoende 'pracht en macht uit vroeger dagen' te zien.
De omstandigheden deden zich zaterdagmorgen niet best aanzien. Open Monumentendag is echt zo'n dag die vraagt om een mooie septemberzon om van per fiets het ene na het andere monument te bezoeken. Maar dit jaar viel de regen met bakken uit de lucht en menig partytent moest worden afgebroken voor hij in een vlieger zou veranderen. Gelukkig waren er ook monumenten binnen, waar het dan ook bijzonder druk was. Zeker op plaatsen die op andere momenten gesloten zijn, zoals De Kamp aan de Hoornderweg, 'een mooi voorbeeld van Texelse boerenbouwkunst', zoals de brochure meldde. Of Sonnevanck aan de Waalderstraat, woonhuis van wethouder Visman, die Open Monumentendag opende in Willems Boet aan de Pelikaanweg, ook al zo'n plek die op andere dagen gesloten is. Net als de opengestelde kerken allemaal voorbeelden uit het rijke verleden van het eiland. Op fort De Schans daarentegen was het nat en koud. Desondanks waren er drie organisaties vertegenwoordigd: eigenaar Natuurmonumenten, de Historische Vereniging en Festival Midzomerschans. Elk had zijn eigen verhaal en de weinige bezoekers die er waren, kregen maximale aandacht. Voor ons begon de dag in de directiekeet van Natuurmonumenten, waar boswachter Eckard Boot vol goede moed de partytent had opgezet. De afdeling archeologie van de Historische Vereniging, de 'schervenclub', had onder aanvoering van Johan Reydon onderdak gevonden in de poterne, waar het wel droog, maar door de tocht bitter koud was, en Festival Midzomerschans had een deel van de walopgang aangekleed met vrolijke fotocollages van optredens van de afgelopen jaren. Het meest fanatiek was Lauren Vriens van Natuurmonumenten, die de omstandigheden optimaal achtte om promotie te maken van OERRR, waarbij kinderen op blote voeten door de modder stampen en handstand maken op het slik van het wad. Net toen we ons afvroegen of we allemaal voor niets waren gekomen, kwam zowaar de loop er in. De eerste bezoeker kwam speciaal voor de archeologische vondsten, maar werd eerst uitgebreid bijgepraat over de geschiedenis van het uit 1572 daterende fort. En zo ging het de dag door. Veel Duitse bezoekers, aan wie veel van het verhaal voorbij ging, omdat zij het belang van de Tachtigjarige Oorlog en de Rede van Texel niet kenden, en zelfs een groep die voor het eerst van het fort hoorde in verband met de opvoering van de opera Les Dialogues des Carmélites die vorig jaar werd uitgevoerd. En vogelaars, die werden bijgepraat door Eckard Boot en Erik Menkveld. Van de bezoekers hoorden we hoe het op de andere locaties was. Druk, begrepen we. Vooral dus op De Kamp, waar niet alleen de monumentale stolp, maar ook het nieuwe melkveebedrijf te bezichtigen was. Misschien ook iets voor Texelaars om te doen, Open Monumentendag. Want we begrepen van bezoekers die uit De Cocksdorp kwamen, dat niemand daar precies wist waar boerderij De Kamp te vinden was.