Paarse Stier van Pablo Hoving, één van de werken in Galerie Posthuys.
Paarse Stier van Pablo Hoving, één van de werken in Galerie Posthuys. foto: Posthuys

Posthuys Beestenboel

Galerie Posthuys in De Koog exposeert de komende tijd werken van kunstenaars Pablo Hoving en Gertjan Scholte-Albers en elke eerste zondag van de maand zijn drie Texelse kunstenaars op verschillende plekken te volgen tijdens hun creatieve proces.  

'Beestenboel versus wagenpark' is de titel van de expositie van Pablo Hoving (Groningen, 1966) die te zien is tot en met eind oktober. Hij stelt op een zo realistisch en levendig mogelijke wijze dieren samen van stukken kippengaas, met behulp van een krombektang. Al naar gelang het lot worden ze soms, volgens eigen procedure, beplakt met zijdevloei. Zijn beste compliment kreeg hij van een mug, die een van zijn varkens probeerde te prikken.

Voor plein-air schilder Gertjan Scholte-Albers Scholte-Albers is dit de derde maal dat een grote solotentoonstelling (van 6 september tot en met 28 oktober) van zijn werk wordt gehouden in de Texelse galerie. Hoewel het merendeel van de doeken is geschilderd in het Groningse land, zullen ook enkele doeken te zien zijn die zijn oorsprong hebben op Texel.

Scholte-Albers woont en werkt in Groningen. Hij kent het landschap daar en zou het bij wijze van spreken blind kunnen schilderen. Thuis, in zijn atelier. Toch trekt hij er iedere dag op uit, op de fiets, gewapend met zijn karretje met schildersspullen, om op locatie te werken. Meestal schildert hij (loof)bosranden, soms ook uitzichten op een vlak landschap. Op die manier werken is in zijn ogen noodzakelijk, omdat het hem uiteindelijk niet om het landschap op zich gaat, maar om de sfeer die het landschap uitstraalt en de stemming die het bij hem oproept. Hij wil dat ik als kijker die stemming of die sfeer ervaar. Hij geeft niet het landschap weer, hij vertelt de biografie ervan. Hij wil fictie en non-fictie met elkaar vermengen. Hij schildert zoals Geert Mak schrijft. Die vertelt niet de geschiedenis van Jorwerd, die richt zich op de mensen die in dat Friese dorp wonen en hebben gewoond en vertelt hun verhaal. Achter die verhalen doemt de historie op. Ze wordt zichtbaar en voelbaar. De lezer wordt zo de kans geboden er zich mee te identificeren. De lezer wordt verleid om iets te zien wat een geschiedenisboekje hem nooit zou kunnen vertellen. Scholte-Albers gebruikt zijn 'woorden', zijn beeldtaal, op dezelfde manier. Hij maakt de werkelijkheid invoelbaar voor iemand die er niet onmiddellijk warm voor loopt. Daarmee geeft hij het landschap een nieuwe kans. Hij maakt het van normaal, vanzelfsprekend tot bijzonder. Hij dwingt de kijker

Onder de noemer 'Het spel, niet de knikkers' zijn drie Texelse kunstenaars op verschillende plekken op Texel te volgens tijdens hun artistieke proces. De route voert van Rebecca Geskus (Rozendijk 9 in Den Burg, waar het viltproces is te zien), via Maurice Christo van Meijel (Brink 14 in De Koog, hij maakt aquarellen en beschilderd keramiek) naar Pieter van Schelt (Hollandseweg 6 in De Cocksdorp , over duurzaamheid, originaliteit en must-have-design) of in een willekeurige, andere volgorde. Vanwege werktitel 'MUF' zal de keramiekinstallatie "7 hoofdzonden & 7 deugden" van Maurice Christo van Meijel te zien zijn in de galerie.