Kanoeten eten giftige prooien

Wat als er geen andere voedselbronnen beschikbnaar zijn dan giftige? Dat is een probleem waarmee de kanoetstrandloper, een kleine schelpdier-etende wadvogel, zich geconfronteerd ziet in zijn winterverblijf op het Mauritaanse wad in West-Afrika.

Kanoeten eten kleine schelpdieren, die ze in hun geheel doorslikken. In de maag worden deze schelpen gekraakt. Schelpen moeten dus niet te groot zijn, dan kunnen de kanoeten ze niet doorslikken. En hoe dunner de schelp, hoe makkelijker deze gekraakt wordt. Een ideale prooi voor de kanoeten in Mauritaniƫ lijkt Loripes, die de juiste maat heeft en een dunne schelp. Loripes heeft echter een groot nadeel: in de kieuwen van het schelpdier leven bacteriƫn, die ervoor zorgen dat het vol zwavelverbindingen zit, die giftig zijn voor kanoeten. Gelukkig is er ook nog een ander schelpdier: Dosinia, die weliswaar een dikkere schelp heeft, maar waarvan een kanoet niet ziek wordt. Hoe een kanoet zich uit dit dilemma redt, was de kernvraag van een onderzoek dat wetenschappers van het NIOZ in de periode van 2002 tot 2010 onderzochten. Zij volgden daartoe jaarlijks 200 kanoeten. De bevindingen werden deze maand gepubliceerd in het online tijdschrift 'Proceedings of the Royal Society'.