wat ik zeggen wou

Punt dicht

Als je vroeger langs de dijk reed, zag je aan de west de 'witte punt'. Hij hoorde jarenlang bij Oudeschild en de Oudeschilders, maar was ons blijkbaar niet gegund. Een markante plaats voor aanduiding, de weg gewezen aan een toerist. Hij was ook een fijne 'opper' bij stormwind en dichte mist. Nu is hij echter plots verdwenen, waarom is hier aan ieder onbekend. Hij laat een leegte na bij iedere Skilder, je bent er nog niet aan gewend. Ik vraag me af, waar was dat nu goed voor, wie stond de punt toch in de weg. 't Is nu te laat voor volksstemming, democratisch stemmen kan niet meer, da's pech. Plotseling verschenen Drijvers jekkerhamers, de morgenrust - nog velen doezelend - werd verstoord. En ons legendarische markante puntje werd met de grond gelijk geboord. Van Waterstaat mocht hij wel blijven, ook al deed hij geen dienst meer voor de marine of in de scheepvaart van ander nut. De Domeinen zeiden echter horizonvervuiling en verdwijnen, nu zit Skil weer in de put.

C.A. Dekker,

De Ruyterstraat 97,

7 juni 1983.

Maar nu, exact dertig jaren later, ontwaak ik 's morgens met een punthoofd door een Sailende kater. Kijkend naar buiten, zie ik hem, als Phoenix uit de as herrezen. Hij mag er weer staan, hij mag er wezen. Voor altijd? Dat is nog de vraag. Maar velen zullen zeggen: 'Ja graag.'

Gerard Vélu,

De Ruyterstraat 97,

21 juni 2013.

Twee petten

Een gongslag op de dijk bij Oudeschild. Een rede van de burgemeester van Amsterdam in het Zeemanskerkje. Dit alles naar aanleiding van het feit dat we herdenken dat Texel ooit het beginpunt was van lucratieve reizen naar Oost-Indië, waaruit zich een kolonie ontwikkelde die Nederland geen windeieren legde. Leuk voor de mensen van 2013, zo dacht het gemeentebestuur. Maar.... de burgemeester is in haar kwaliteit van voorzitter van het 4/5 mei-comité tot heden niet bereid gebleken op 4 mei de slachtoffers van de dekolonisatie-oorlog 1942-1950 te herdenken. Men zou gaan wensen dat zij die comitépet afzet, of minstens over haar Indië-schaduw heen springt. Wanneer je het (VOC)-begin meen te mogen vieren (of er goede sier mee meent te kunnen maken), moet je logischerwijs het dramatische einde van de kolonisatieperiode niet naar het tweede plan verwijzen, zoals nu dreigt te gebeuren.

A.C. Bakker.