Projectkoor Pas Hasard bracht De Vliegende Hollander aan boord van de Stad Amsterdam.
Projectkoor Pas Hasard bracht De Vliegende Hollander aan boord van de Stad Amsterdam. Foto: Klarina Combé

Uitvoering op haven maakt indruk

Het was een indrukwekkend geheel: een klipper, een koor, twee solisten, een pianist en halsbrekende toeren van een luchtdanseres en een abseiler. Zeker 500 bezoekers genoten woensdagavond van de opvoering van de cantate De Vliegende Hollander.

De cantate werd uitgevoerd aan boord van de klipper Stad Amsterdam, die lag afgemeerd in de haven van Oudeschild.

De hele dag werd de lucht angstwekkend in de gaten gehouden, maar behalve een paar spetters rond etenstijd bleef het droog. Dit droeg ongetwijfeld bij aan het welslagen van het evenement, net zoals de wind die halverwege het stuk aantrok en de vlaggen en doeken in beweging bracht. De wind was geen belemmering voor de zangers van projectkoor Par Hasard uit Delft, dat vanaf de historische zeilklipper de cantate van Richard Hol ten gehore bracht. Het stuk, geschreven in 1874, vertelt het verhaal van een slavenschip, dat door de geesten van de zee vervloekt wordt en gedoemd is voor eeuwig te blijven rondvaren en ongeluk te brengen aan iedereen die het tegenkomt. Om de loop van het verhaal duidelijk te maken, was aan het geheel een verteller toegevoegd, die op enkele belangrijke punten het publiek van extra informatie voorzag. Een andere toevoeging was het optreden van luchtdanseres Annelien Goetschalk van Flying Artwork, die halverwege het stuk een duizelingwekkende voorstelling gaf, in doeken hangend aan de onderste ra van de grote mast. Het publiek hield meermaals de adem in bij haar halsbrekende toeren, die tot menig open doekje leidden. Haar 'tissue-act' verbeeldde het leed van de slavin, dat eerder tussen het staand want was uitgezongen door mezzosopraan Hannah Ybeles Smit, die samen met sopraan Esther Huisman de solo's voor haar rekening nam. Het geheel werd op vleugel begeleid door Paul Prenen, dirigent was Johan Oomkes.

'De Vliegende Hollander, een vaderlandsche legende' werd geschreven door de bekende Nederlandse componist Richard Hol, op tekst van John Eric Banck, in die tijd nog eigenaar van Schiermonnikoog. Het stuk is rond de Eerste Wereldoorlog op de achtergrond geraakt en werd speciaal voor deze gelegenheid uit de archieven gehaald en ingestudeerd. 'Het was erg spannend', vertelt artistiek leider Pip Barnard, 'we hadden te maken met zes of zeven partijen, die hier vanmiddag allemaal bij elkaar moesten komen. Maar dat ging eigenlijk heel organisch, alles paste wonderwel in elkaar en iedereen was gedreven om er een mooie uitvoering van te maken, van de techniek tot de bemanning van de Stad Amsterdam.' Ook vice-admiraal b.d. C. van Duyvendijk, voorzitter van de stichting Sail Den Helder 2013, legde in zijn openingswoord de nadruk op samenwerking. 'Er is hier sprake van een uniek evenement, dat zonder de samenwerking tussen de verschillende partijen niet gerealiseerd had kunnen worden.' Het publiek zag uiteraard alleen maar het uiteindelijke resultaat en was - misschien zelfs zonder zich dat te realiseren - getuige van een unieke gebeurtenis. De Stad Amsterdam, gezusterlijk afgemeerd tussen de Mercedes en de Shtandart, doet maar zeer zelden de haven van Oudeschild aan en zelfs Roland Berendsen, directeur van de rederij, moest bekennen dat hij nog niet eerder een dergelijke samengestelde productie aan boord van het schip mocht verwelkomen. 'Zo gaan we van hoogtepunt naar hoogtepunt', vertelde hij. 'Vorige week Rouen, vandaag dit en morgen de vlootschouw met koning Willem Allexander aan boord'. Mede in verband met dit koninklijk bezoek was het schip in de haven van Oudeschild niet te bezoeken en werd van onder tot boven schoon schip gemaakt. Dat het werk, het dagelijks leven aan boord van het schip, tijdens de voorstelling gewoon doorging, werd door niemand als storend ervaren, eerder voegde het een extra dimensie toe aan het totaalbeeld van haven, schepen en muziek. Het kan niet anders dan dat de intensieve samenwerking die tot deze unieke voorstelling geleid heeft een vervolg krijgt. 'Maar in welke vorm, dat moeten we nog helemaal uitvinden', zeiden de bestuursleden na afloop. 'Het is wel duidelijk dat we hiermee iets heel bijzonders hebben neergezet.'