Dit is een plek in de metro die bestemd is voor ouderen, mensen met een handicap, zwangeren, mensen met kleine kinderen en, dat zie ik er in, mensen met liefdesverdriet (middelste plaatje).
Dit is een plek in de metro die bestemd is voor ouderen, mensen met een handicap, zwangeren, mensen met kleine kinderen en, dat zie ik er in, mensen met liefdesverdriet (middelste plaatje). Foto: Ralf Vlaming

'Het zou geen moeite kosten daar een uur lang te zitten'

Dinsdag

Kriebels in mijn buik. Niet vanwege het vliegen, want daar weet ik na mijn eerste studie alles van. HTS Luchtvaarttechnologie geeft me genoeg technische achtergrond om daar niet zenuwachtig van te worden. Die technische basis, met daar bovenop nog een Master aan de TU Delft samen met nu precies vijf jaar en één maand werkervaring bij Bosch in Tilburg, is niet voldoende om me volkomen relaxed naar Tokyo te krijgen. Wat ik daar nodig heb is iets wat geen opleiding je aan kan leren; enkel door te doen leer je dat. Daar aan tafel met de klant moet ik, namens een toeleverancier van een grote en trotse autofabrikant, weten te overtuigen.

Woensdag

Zo tijdens de eerste dagen in het buitenland, hoef je niet eens je best te doen om de gewoonten en eigenaardigheden van het betreffende buitenland te zien. (...) Het personeel van het hotel schiet al in het gelid als je er aankomt: de deur van de ontbijtzaal heb ik nog nauwelijks geopend, of de gastvrouw heeft al een mooi plekje voor je uitgezocht om te gaan eten. Om er vervolgens, als ik mijn ontbijtbordje heb volgeladen, achter te komen dat ze ditzelfde heeft gedaan met een gezin van vier. Het overhandigen van spullen en visitekaartjes in het bijzonder, gaat met twee handen. Alsof het hun laatste Yen betreft. Ik neem ze maar aan, alsof het míjn laatste Yen is. (...) Liftdeuren worden op het panische af voor je open gehouden, liftdeuren worden al getracht te openen voordat de lift stilstaat. Galanter kan het niet. In de forenzentrein is werkelijk iedereen in pak, al dan niet met colbert. Schoolkinderen gaan in uniform. Alles lijkt zo nieuw en zo uniform: alleen maar nieuwe auto's, kantoren en huizen zijn nieuw. Waar is de identiteit? Of verwar ik nu identiteit met uiterlijk onderscheid?

Donderdag

Vorig jaar heb ik een zogenaamde Personal Development training mogen volgen. Zo eentje waar je op zoek gaat naar je eigen blokkades. Eentje ook waar je rollenspellen met acteurs doet, waar je onder druk in een situatie terecht komt waardoor je gaat blokkeren. Het leren zit hem hier in het observeren van een medecursist in zijn/haar rollenspel. Dan ligt het voor het oprapen, zo duidelijk! Totdat je zelf in het spel zit. Blokkade. Waar ligt de sleutel? Later valt het kwartje: de Echte Vraag. Het verschilt per persoon hoe gemakkelijk de Echte Vraag gesteld kan worden. Dat wordt mede bepaald door de cultuur waar je in gevormd bent, je omgeving. Ik ondervond het na mijn verhuizing van het Noord-Hollandse naar het Brabantse.(...) Dit is nog sterker aanwezig in de Japanse cultuur, waarbij, naar zeggen van collega's, ook de bedrijfscultuur van onze klant er nog een schepje bovenop doet. Tien vragen, welke zijn afleiding, maar belangrijker: welke vraag wordt níet gesteld? Speel je het goed, lees je tussen de regels door, dan ben je er. Dat is nu hier mijn werk. Een heerlijke uitdaging.

Vrijdag

Even opletten: gisteren ben ik per ongeluk te lang blijven zitten in de trein, kon ik weer een half uur terug. Volgende halte moet ik er uit. Dit weekend ga ik downtown-Tokyo verkennen. Zo vroeg mogelijk naar de vismarkt, Tsukiji. Ik kan er niet op tijd zijn om de tonijnveiling mee te maken, omdat het openbaar vervoer niet zo vroeg gaat. Ergens ook niet erg, ik kan wel wat slaap gebruiken na zo'n week. Vast nog genoeg te zien als ik wat later kom, al zullen ze niet op me wachten. Daarna lekker ronddolen. Ik ben benieuwd naar wat ik ga zien. (...) ik ben vooral benieuwd naar de Japanners in het weekend, komen ze eindelijk uit dat keurslijf? Voor zondag had ik nog niets concreets gepland, totdat een Japanse collega me een suggestie deed. Hij heeft eerder al een keer voor andere Nederlandse collega's een boekwerkje in elkaar gezet dat een tour door Kamakura beschrijft. Dit was korte tijd de hoofdstad van Japan, na Nara en Kyoto, en voor Edo: het huidige Tokyo.

Zaterdag

Op de vismarkt ben ik om half zeven al te laat om de tonijnveiling mee te maken, maar er is bedrijvigheid genoeg. Er is geen toegang tot de veiling, daarvoor moet ik tot negen uur wachten (of ik had er om half vijf al moeten zijn!) maar ik haal mijn gram op de laadstations, waar alle verhandelde vis in piepschuimen dozen in allerlei soorten vervoersmiddelen worden gestopt: kleine vrachtwagens, bestelbusjes, elektrische karren en nog traditioneel op handkarren. Voor de handkarren enkel oude mannen, die in Nederland al lang de pensioengerechtigde leeftijd bereikt zouden hebben. Zo niet in Japan: Japanners worden immers veel ouder. Verder loop ik naar de winkeltjes en de restaurantjes, waar ik volgens de reisgids een sushi ontbijt genuttigd móet hebben. Voor de sushi tentjes doen de Japanners waar ze goed in zijn: in lange rijen wachten. Niet echt iets voor mij. Nadat ik nog een half uurtje heb rondgelopen, concludeer ik dat de rij nog geen meter is opgeschoten en besluit ik het anders te doen: ik nestel me in het enige niet-sushi tentje tussen de lokale bevolking om te gaan ontbijten.

(...) Een telefoontje van een Nederlandse collega, die samen met zijn vriendin nu een jaar in Tokyo woont, we spreken af om vanaf Ginza richting Tokyo Tower te lopen. Op 250 meter hoogte zien we de zon langzaam onder gaan en de lichten van de stad een voor een ontbranden. Eigenlijk wordt de stad er alleen maar mooier op.

Zondag

In de trein merk ik dat ik zeker niet de enige ben met het idee om naar Kamakura te gaan. Zo te zien is een aantal van plan om naar het strand te gaan, wat een andere attractie is van het stadje. Het overgrote deel stapt echter met mij uit in Kita-Kamakura (Noord-) en gezamenlijk beklimmen we de trappen van het Engakuji-heiligdom, een verzameling gebouwen uit verschillende periodes (brandje hier, aardbevinkje daar) met elk hun eigen functie. Schilderachtige gebouwen, prachtig gedrapeerd tegen de groen beboste heuvels met daar tussenin de onvermijdelijke Japanse tuinen. De oohs en aahs zijn niet van de lucht: Japanners zijn dol op aangelegde natuur. Na dit heiligdom bezoek ik er nog twee, elk met een eigen karakter. Ik zit een tijdje in een Zen tuin en ik moet toegeven: ik word er lekker rustig van. De meditatieruimtes zijn zo aangekleed, dat het zelfs mij geen moeite zou kosten om daar een uur lang alleen maar te zitten zitten.

Maandag

Stel je dit eens voor: je zit in een vergadering en alles is als chinees voor je. Maar dan in het Japans... Je weet dit van tevoren; je bent er vooral om de echt moeilijke technische of strategische vragen te beantwoorden, je bent vooral voor rugdekking. We zijn om één uur begonnen. Het is nu half drie. Nog geen vraag beantwoord. Okay: nu komt er een. Ik doe mijn best om kalm uit te leggen, dat geeft de indruk dat je er zeker van bent. Ik geef antwoord aan mijn collega en durf een wedervraag te stellen. Geen idee of hij dat namens mij durft te vragen. Een half uur later heb ik antwoord. Blijkbaar een juiste vraag op een juist moment, want het antwoord is goed, want er wordt zonder omwegen uitgelegd. Heb ìk dat goed aangevoeld, of was dat mijn Japanse collega? Tijdens de lange periodes van conversaties in het Japans, af en toe afgewisseld met lachsalvo's en moeilijke gezichten trekken (want dat doen ze graag) probeer ik er bij te blijven. Even weer recht zitten.

Voordeel van de lat (te) hoog leggen is dat ik er zeker van ben dat ik hoog genoeg heb gesprongen: zo hoog mogelijk. Een nadeel is echter dat ik het mezelf niet gemakkelijk maak. En dat heeft mijn blik afgelopen week op mijn omgeving aardig beïnvloed. Nu ik echter weet dat ik er alles uit heb kunnen halen wat er in zit tijdens mijn verblijf hier, kan ik weer goed om me heen kijken. (...) Donderdag, bij mijn 'afscheidsfeestje', zullen we ook naar een dergelijk restaurant gaan, maar ik denk dat daar het eten slechts bijzaak is, de Japanners kennende. (...) Zaterdag sta ik weer tussen de Hollanders op Pinkpop. Een ander uiterste. Wat een leven…