Verharding moet weg

bij boet aan Pontweg

Eigenaar H. Boks heeft vergeefs bezwaar gemaakt tegen de dwangsom die hij moet betalen als hij blijft weigeren de bestrating bij zijn schapenboet Pontweg 116 te verwijderen.

Het college, gesteund door de Commissie Bezwaarschriften, vindt de verharding wat betreft materiaal en omvang niet aanvaardbaar. De kwestie loopt al een tijdje. De bestrating was zonder vergunning aangelegd en toen de eigenaar vorig jaar alsnog vergunning aanvroeg, werd deze geweigerd. Bij overleg werd duidelijk dat het college wel akkoord zou gaan met een meer bescheiden verharding zoals een 'karrespoor' van graskeien, maar daar is door de eigenaar niet op in gegaan. eHet nieuwe bestemmingsplan biedt ook geen soelaas, want ook dat geeft geen mogelijkheid voor een bestrating van meer dan 400 vierkante meter die niet 'ondergeschikt' is. Boks had in zijn bezwaar (zienswijze) diverse volgens hem vergelijkbare situaties genoemd waar niet tegen is opgetreden. De Commissie Bezwaarschriften meende echter dat slechts één van de genoemde situaties echt vergelijkbaar is, maar vond dat geen reden om in het nu aan de orde zijnde geval van handhaving af te zien.