De familie Commandeur drijft schapen over de Stolpweg.  Het Waddenfonds steunt de oprichting van een openlucht schapen- en landschapsmuseum
De familie Commandeur drijft schapen over de Stolpweg. Het Waddenfonds steunt de oprichting van een openlucht schapen- en landschapsmuseum Foto: Gerard Timmerman

Loodsplan is keten

van deelprojecten

Cultuurhistorie en een dynamisch landschap, zijn twee kernwaarden waarmee de 'Waddenparel' het zuidwesten van Texel zich in de Waddenregio onderscheidt. Het loodsplan beoogt met deze elementen het dorp te versterken.

Veel grote ontwikkelingen beginnen klein. Zo ontstond het Loodsplan uit discussies binnen de ondernemersvereniging van Den Hoorn over de toekomst van het dorp en omgeving. Via de dorpscommissie werd een werkgroep geformeerd met daarin ondernemers, leden van de
dorpscommissie en andere inwoners. Ook kwam er een Loodsteam en een klankbordgroep. Provincie en gemeente steunden in geld en menskracht en nu dus ook het Waddenfonds.

Hoofddoel werd het opwaarderen van het gebied, samenhang versterken, zichtbaar maken en laten beleven van dit
bijzondere landschap en daarmee de aantrekkelijkheid, leefbaarheid en economische positie te versterken en behoud en versterking van het karakteristieke landschap. Afgeleide doelstellingen waren: behoud en zichtbaar maken van cultuurhistorische elementen, zichtbaar maken en laten beleven van de bijzondere geschiedenis, zichtbaar maken van de dynamiek van het landschap, versterking van kunst en cultuur in relatie tot het landschap, ontwikkeling van innovatieve toeristische concepten, versterking van het wandelgebied en promotie en informatievoorziening.

Het resulteerde in een reeks voorstellen. Onder meer de versterking van het dorpsplein als landschappelijke overgangsgebied (dorp, landschap en cultuurhistorie) en ontmoetingsplek. Ander project is de restauratie van het Walvisvaardershuisje, bedoeld om de openstelling te bevorderen. Een project dat wel was ingezonden, maar niet gehonoreerd, betreft de Strandermolen, een korenmolen die al omstreeks 1550 in Den Hoorn stond. Hij werd gesloopt in 1877. Ambitie was om deze historische molen te herbouwen, met een link naar de productie van duurzame, streekeigen producten. Het zou onder meer een bijdrage aan de lokale werkgelegenheid geven. De reden van de afwijzing is nog niet bekend.

Wel toegekend is het project natuurlijke strandopgangen, bedoeld om deze doorgangen in de duinen meer op te laten gaan in het landschap door rondom duintjes beplant met helm te realiseren. Gehonoreerd is ook het plan voor het herplaatsen van ontbrekende gevelmakelaars. Deze verbindingen van de windveren zijn de bekroning van de geveltop.

Geld is er ook voor herstel van Neeltjesnol, met zestien meter boven NAP ooit het hoogste duin in de omgeving. In 1956 is de top van het duin voor het ophogen de zeewering nabij de Mokbaai er af geschoven. Het markante duin werd daarmee 'onthoofd' en een onopvallend onderdeel van de omgeving. Historische verhalenschrijver Willem J. Kikkert bracht Neeltjesnol tot leven en gaf het cultuurhistorische waarde. Bijzonder is ook het loodsbaken op De Hors, de bestaande mast met meetapparatuur. Hieraan wordt een periscoop bevestigd, waardoor naar de Hors en Noorderhaaks kan worden gekeken. Het geplande loodsbaken op het NIOZ-terrein wordt een draaiend kunstwerk, een zogenaamd mobilarium. Geld komt er ook voor een openluchtmuseum voor schaap en landschap. Met informatie over de geschiedenis van het schaap en (inter)actieve voorstellingen over schapenmelken, -scheren, etc.