Stadhouder Willem V 'Batavus' werd in augustus 1789 feestelijk onthaald
Stadhouder Willem V 'Batavus' werd in augustus 1789 feestelijk onthaald

Stadhouder Willem V bij bezoek: 'Texels rust is mijn lust'

De armen voeren er wel bij. Dat wordt duidelijk vermeld in het verslag van het bezoek dat Prins Willem V 'Batavus', op maandag 3 augustus 1789 aan het eiland bracht. En erepoorten, die waren er ook.

De Oranjes hebben al eeuwen een bijzondere band met Texel. Bekend zijn de bezoeken van de koninginnen Juliana en Beatrix, legendarisch die van prins Hendrik, echtgenoot van Wilhelmina. De toekomstige koning Willem-Alexander is meermalen op het eiland geweest en Willem Frederik Hendrik, 'de Zeevaarder', de broer van koning Willem III, gaf als grote investeerder zelfs zijn naam aan de PH-polder. Bekend is dat de koning in 1842 een bezoek aan het eilan bracht, maar veel minder bekend is het bezoek van zijn overgrootvader, stadhouder Willem V, de vader van koning Willem I. In krantenverslagen uit die tijd is te lezen dat het een feestelijk dag was, waar de eilandbevolking lang naar had uitgezien. De krant publiceerde het bovendien graag, want het wereldnieuws was in augustus 1789 niet zo prettig. in Frankrijk was immers de revolutie in volle gang die Europa op zijn grondvesten deed schudden.

Wat degene die het verslag leest niet kan ontgaan, is dat het bezoek lang heeft geduurd. Om zeven uur 's morgens arriveerde de 'erfprins-stadhouder' vanuit Den Helder, waar hij de vorige dagen de haven en de strandhoofden had bezocht en een kerkdienst had bijgewoond. De overtocht naar het eiland, waar hij met saluutschoten door de kanonnen van de Schans werd verwelkomd, duurde twee uur. De prins was niet alleen gekomen, maar bevond zich in het gezelschap van schout-bij-nacht Jan Hendrik van Kinsbergen, die enkele jaren daarvoor grote successen had geboekt in de Slag bij de Doggersbank, wat hem niet alleen de status van volksheld had opgeleverd, maar ook de speciale Doggersbankmedaille, de eerste Nederlandse onderscheiding die aan een lint werd gedragen. Hoewel het in het verslag niet zo wordt genoemd, moet de komst van Van Kinsbergen zeker zoveel indruk gemaakt hebben op de zeevaardersgemeenschappen van Den Helder en Texel als de komst van prins Willem. In het gezelschap bevond zich ook Hendrik van Stralen, minister van Binnenlandse Zaken en één van grootste prinsgezinden van de toenmalige regering. Dat een zo hooggeplaatst gezelschap de moeite nam de barre tocht naar Den Helder te maken en het Marsdiep over te steken, illustreert het belang dat aan het eind van de achttiende eeuw werd toegekend aan de rede van Texel. En Texel, prinsgezind als altijd, verwelkomde hen uitbundig.

De dag begon met een wandeling over de dijk. Het was augustus, dus het moet daar in de ochtend aangenaam toeven zijn geweest. In het licht van de opkomende zon bood de dijk ongetwijfeld uitzicht op een drukke rede, waar een groot deel van de Nederlandse oorlogsvloot lag . Aan de andere kant van de dijk was bij meerdere huizen en op de kerktoren de vlag uitgestoken. Na zijn ochtendwandeling stapte de prins (het is niet duidelijk wie zich op dat moment nog in zijn gezelschap bevonden) in het rijtuig van 'de heer Berger' en reed via de Schans naar Den Burg. Dat kon ook niet anders, want de huidige Schansweg was tot de aanleg van de Schilderweg in 1916 de hoofdverbinding. Zowel bij de haven als aan het begin van het dorp Oudeschild was een erepoort geplaatst. De prins maakte een korte stop bij de Schans, in die tidj nog een stuk kleine dan na de Napoleontische uitbreiding, om het verdedigingswerk te bezichtigen. Ongetwijfeld werd hij daar uitbdundig begroet door de Zwitserse huurlingen die daar waren gelegerd.

Bij Den Burg hield het rijtuig halt bij de erepoort aan het begin van het dorp, ongeveer waar de Warmoesstraat de Weverstraat kruist. Daar deed de prins de omstanders veel genoegen door alle opschriften op de poort te lezen. Vijf meisjes uit het dorp, 'zindelijk gekleed', strooiden palmtakken en rozenblaadjes. Via de Weverstraat en onder een tweede erepoort op de Stenenplaats door, werd de woning van president-schepen Ary Kikkert bereikt, waar een rijkvoorziene maaltijd gereed stond (het verslag spreekt hier van een 'deftig Collation', gezien dag en uur moet aan een uitgebreide koffietafel worden gedacht). Na de maaltijd ontving de prins de bestuurders van het eiland en het dorp en bezichtigde hij de kerk, waar hij een royale gift deed in de armenbus. Voor zijn vertrek uit Den Burg sprak hij de verzamelde menigte toe. 'Vrienden, ik ben overtuigd dat alles uit een goed hart geschiedt. Leeft voort in rust en vrede. En die dit doet, is mijn beste vriend, want Texels rust is mijn lust.' Deze woorden werden beantwoord met luid gejuich, hoeden die in de lucht werden geworpen en het roepen van 'Oranje boven'.

In optocht ging het vervolgens, 'met een menigte rijtuigen', naar Eierland, waar alweer twee erepoorten waren opgericht. Daar werd een maaltijd genuttigd, waarna de stoet naar De Waal reed, waar op het land van Simon Breker 'enige oudheden' werden bezichtigd. Hoogstwaarschijnlijk de artefacten die naar boven waren gekomen bij het afgraven van de Sommeltjesberg.

Na De Waal ging het naar Oosterend, waar het gezelschap tussen vijf en zes uur aankwam, zodat het er al een hele dag had opzitten. De feestvreugde in het vissersdorp kende geen grenzen. Een grote menigte stond de prins op te wachten en een luid gejuich steeg op toen hij in zicht kwam. Ook hier waren erepoorten opgericht en vijf meisjes hadden de eer met bloemblaadjes te mogen strooien. Zowel de meisjes als de jongens die de manden met bloemblaadjes vasthielden, waren getooid met oranje sjerpen, een kleur die enkele jaren eerder nog verboden was geweest. Op verzoek van dominee Tenkink stapte de prins bij de kerk uit om in de kerk een korte zegenwens te ontvangen. Ook hier vergat de prins na afloop niet een royale gift voor de armen te doen.

'De vreugde en het vergenoegen der verheugde dorpelingen deed de lucht galmen', vertelt een ooggetuige. 'En op de aangezichten der ouden zag men tranen van hartelijke blijdschap. Het onophoudelijk geroep van "Vivat, Oranje boven" vergezelde Nederlands erf-stadhouder de hele weg tot aan de haven.'

's Avonds maakte de prins een wandeling van de haven naar Oudeschild, waar bij alle huizen feestverlichting brandde. Vervolgens keerde hij terug naar huis, voor de verjaardag van zijn vrouw en zoon, de latere koning Willem I.

In het licht van de toenmalige politieke situatie kan het bezoek van de prins, vergezeld door Van Kinsbergen en Van Stralen, ook gezien worden als een charme-offensief. Sinds enkele jaren was het land verdeeld in Prins- en Staatsgezinden, wat al haast tot een burgeroorlog had geleid. Dat de prins bij het behouden van de macht geholpen was door Pruisische troepen, was voor president-schepen Kikkert reden naast de Nederlandse ook de Pruisische vlag te hijsen. Het dragen van oranje was tussen 1785 en 1787 verboden en de economische crisis ten gevolge van vier Engelse Oorlogen had veel mensen aan de rand van de armoede gebracht, zodat de gaven van de prins ook gaven van dankbaarheid voor de steun van de bevolking waren. Texel, van oudsher prinsgezind, was strategisch belangrijk, reden om een goede band met het eiland te onderhouden. Willem de Zwijger wist al dat via de Texelse rede een eventuele vluchtroute naar Engeland in stand moest worden gehouden. Ook stadhouder Willem V zag zich amper zes jaar na zijn feestelijke onthaal op Texel genoodzaakt naar Engeland uit te wijken. In januari 1795 riepen de patriotten, geholpen door Franse troepen, de Bataafse Republiek uit en ook op het Oranjegezinde Texel werd de revolutie - zij het op kousevoeten - binnengehaald, vooral omdat het gelijkheidsbeginsel de katholieke en doopsgezinde inwoners, die tot die tijd gezien werden als tweederangs burgers, wel aanstond. Enkele jaren later, in 1810, bracht de Lodewijk Napoleon als eerste echte koning een bezoek aan het eiland. Maar dat is een ander verhaal.

Het feestelijke bezoek in 1789 was overigens niet de eerste keer dat Willem V het eiland bezocht. Ook in september 1781 en augustus 1782 was hij er geweest, toen om de vloot te inspecteren.