Kokkels goed

door de winter

'De kokkels zijn diep in de grond gekropen, van sterfte is absoluut geen sprake.' Aldus de bevindingen van visser Willem Anton Schagen, terwijl hij met zijn broer op het Wad aan het vissen is.

Hij reageert naar aanleiding van de vraag die de redactie kreeg in hoeverre schelpdieren lijden onder de kou en extreem lage waterstand op het Wad van de laatste tijd.

'Kokkels zijn in het Waddengebied de meest gevoelige schelpdieren', vertelt bodemdierdeskundige Rob Dekker van het NIOZ. 'Dat de schelpen langer droogvallen is niet erg, zo lang het niet heel erg koud is. We hebben het nu over drie, vier tot vijf graden onder nul, veel minder streng dan bijvoorbeeld de tien tot vijftien graden vorst zoals in de strenge winter van '96 op '97. Dan kun je wel tegen de honderd procent sterfte hebben. Deze winter geeft nauwelijks sterfte. In de winter staat de activiteit van de kokkels op een laag pitje. Zo lang het maar vochtig, en dat is lang het geval op de kleibodems waarin ze leven, houden ze het lang vol.'

Uit tellingen blijkt volgens Dekker dat deze winter 38 procent van de kokkels is gestorven. 'Veertig procent is normaal. Niet door de vorst, maar doordat de schelpdieren worden opgegeten.'